Er zijn een heleboel mensen die 'werk' maken of hebben van God. Ik bedoel die mensen die ook aan hem/haar verdienen. Dominees, pastoraal werkenden, theologen die onderzoek doen, boeken schrijven en zo van God een geldelijke stroom naar hen toe zien vloeien.
Als God bussiness wordt, kun je dan nog wel 'gewoon' met hem 'zijn'? Want er zijn ook mensen die van God hun leven hebben gemaakt. Kloosterlingen, sommige priesters, kluizenaars, monnikken. Nou ja, voor hen is het gedeeltelijk ook 'werk'. Werk en leven lopen bij hen door elkaar heen.
Hoe vaak zouden al deze mensen weleens denken: ben ik ei-gen-lijk niet bezig met de nieuwe kleren van de keizer? Ik dóe alsof ik heel veel van God weet, ik heb hem soms bijna in de zak en wonder boven wonder, gelóven heel veel mensen wat ik zeg, spreek, overweeg, verkondig, onderzoek.... Maar stél dat het allemaal niet waar blijkt te zijn?
Misschien verkoop ik wind, zakken vol lucht, ijle berichten die staan in boeken die mezelf ook weleens doen suizelen, maar wie weet is het allemaal onzin. Misschien heb ik mijn leven vergooid, heb ik een mislukt leven want alles wat ik gedaan heb verdwijnt uiteindelijk in de zuignap richting het donkere gat van de illusie.
Het valt me op dat er veel onrust is onder de God-deskundigen en verkondigers. Onrust die bijna niemand ziet, alleen sommigen achter de schermen, want je slaat jezelf een gewéldige mantel om in alle woorden die jij ventileert over God... Vrede, rust, welbehagen: je spiegelt het voor en de ontvangers wentelen zich in jouw fatamorgana.
Heerlijk om te doen, ook. Ik kan er zelf natuurlijk ook een beetje over meepraten. Ik voel de verleiding van het eeuwig jezelf gerust stellen als je meditatie begeleidt of iets van voorgaat... Er is echter alleen sprake van verleiding, als je zélf niet in de woorden en de handelingen die je verricht woont. Wanneer dat wél het geval is, dan gebeurt er toch iets van een ongelofelijk Godwonder.
Dan voel je de teerheid van het bestaan. Haar tederheid. Haar aandacht. Haar altijd durende zorg en betrokkenheid op jou, jou alleen, en tegelijkertijd, een raadsel in zich, op allen en iedereen. Mij is dat zo dierbaar en kostbaar, dat ik al snel wist, nóóit werk te kunnen maken van God... Met God leven door te dóen alsof hij/zij niet bestaat, 'van God houden als van niemand', een zin van Eckhart, dat was en is het wel zo ongeveer voor mij.
Elke Godspreker die iets van onrust voelt, zou 1000 alarmbellen moeten horen en acuut moeten zwijgen. Onrust is een resultaat van Goddelijke verveling. 'Moeten', schrijf ik... Bah. Ik bedoel: ga weer eens luisteren in de stilte. Want Goddelijke verveling is de dood van God.
Als God bussiness wordt, kun je dan nog wel 'gewoon' met hem 'zijn'? Want er zijn ook mensen die van God hun leven hebben gemaakt. Kloosterlingen, sommige priesters, kluizenaars, monnikken. Nou ja, voor hen is het gedeeltelijk ook 'werk'. Werk en leven lopen bij hen door elkaar heen.
Hoe vaak zouden al deze mensen weleens denken: ben ik ei-gen-lijk niet bezig met de nieuwe kleren van de keizer? Ik dóe alsof ik heel veel van God weet, ik heb hem soms bijna in de zak en wonder boven wonder, gelóven heel veel mensen wat ik zeg, spreek, overweeg, verkondig, onderzoek.... Maar stél dat het allemaal niet waar blijkt te zijn?
Misschien verkoop ik wind, zakken vol lucht, ijle berichten die staan in boeken die mezelf ook weleens doen suizelen, maar wie weet is het allemaal onzin. Misschien heb ik mijn leven vergooid, heb ik een mislukt leven want alles wat ik gedaan heb verdwijnt uiteindelijk in de zuignap richting het donkere gat van de illusie.
Het valt me op dat er veel onrust is onder de God-deskundigen en verkondigers. Onrust die bijna niemand ziet, alleen sommigen achter de schermen, want je slaat jezelf een gewéldige mantel om in alle woorden die jij ventileert over God... Vrede, rust, welbehagen: je spiegelt het voor en de ontvangers wentelen zich in jouw fatamorgana.
Heerlijk om te doen, ook. Ik kan er zelf natuurlijk ook een beetje over meepraten. Ik voel de verleiding van het eeuwig jezelf gerust stellen als je meditatie begeleidt of iets van voorgaat... Er is echter alleen sprake van verleiding, als je zélf niet in de woorden en de handelingen die je verricht woont. Wanneer dat wél het geval is, dan gebeurt er toch iets van een ongelofelijk Godwonder.
Dan voel je de teerheid van het bestaan. Haar tederheid. Haar aandacht. Haar altijd durende zorg en betrokkenheid op jou, jou alleen, en tegelijkertijd, een raadsel in zich, op allen en iedereen. Mij is dat zo dierbaar en kostbaar, dat ik al snel wist, nóóit werk te kunnen maken van God... Met God leven door te dóen alsof hij/zij niet bestaat, 'van God houden als van niemand', een zin van Eckhart, dat was en is het wel zo ongeveer voor mij.
Elke Godspreker die iets van onrust voelt, zou 1000 alarmbellen moeten horen en acuut moeten zwijgen. Onrust is een resultaat van Goddelijke verveling. 'Moeten', schrijf ik... Bah. Ik bedoel: ga weer eens luisteren in de stilte. Want Goddelijke verveling is de dood van God.