Vandaag had ik een kriebelige cursus over Geweldloos communiceren, de jakhals en de giraffe. We dienen allen Giraffes te worden. O, wat kostte me het moeite om een hele lange dag een giraffe te zijn en niet rond te gaan jakhals-jennen: HOU OP, alsjeblieft, met alle wollige praat, dat moeras van woorden waar iedereen in verdrinkt, dat rieten koffertje met die twee handpoppen, van J. en G. en de oren die we op mochten zetten van Jakhals en Giraffe.
In de pauze ben ik dus maar lekker uit gaan waaien in het Goffertpark, het park van mijn kindertijd. Geel blad op het groene gras, een struik met vuurrode bladeren, de geur van herfst en een zomer die voorgoed voorbij is.
Daar, in het rosarium vond ik haar terug:het beeld waar ik vroeger als kind al bij zat. De kammende baadster van Hermann Hubacher (zie foto). Toendertijd was het mijn eerste verborgen plek. Het rosarium verwilderd met rozenstruiken die wild her en der groeiden, klimop waar je je een weg door baande, de vijver overwoekerd met riet en er zwommen hele grote goudvissen. Blauwe helicopter- libellen lieten me dromen van een verre toekomst... later als ik groot zou zijn... Ze was mijn eerste vriendinnetje waar ik tegen aan kon leunen, de eerste die ik van dichtbij naakt kon bekijken. Zo zou ik er later ook uit gaan zien.
En dan ben je groot. En dan kijk je óp het beeld, in plaats van dat je er naast zat. Ze is ook nog eens op een sokkel gezet. Ach, de kindertijd en alles wat vergaat. Als een giraffe buig ik ervoor.