woensdag 27 mei 2020

Venetië vanuit hotel Filù & zingen in een kerk (The Rose)

Ik kijk live Venetië in, vanaf hotel Filù vlakbij de Ponte della Guglie. De ochtendzon, vergelijkbaar met nu in Nederland, er is een contante beweging van mensen, zoveel als dat het aangenaam is. Op de Canal Grande erachter varen ook regelmatig vaporetto’s. Is de lockdown er al opgeheven of verzacht? Ik zie vrachtboten en sjouwers met die specifieke behendigheid van een zwaar pak achterwaarts de trapjes van de brug ophijsen, toeristen ook met koffers, een hond wordt uitgelaten, meeuwen vliegen rond, mensen aan het flaneren hand in hand en mensen die dóórlopen over de brug.


Ik ken het punt zó goed. Anders, zonder Corona, is het er altijd heel druk, ook tot s’avonds laat omdat het een doorgaande weg is naar het station vlakbij, vanuit een brede winkelstraat dat als een laatste  tuitje van de trechter is van Venetië aan die zijde van de oever. De wandeling terug brengt je naar de Rialtobrug.  Links onder het bewegend beeld het begin van de Joodse wijk, rechtsboven nog een stukje van de koepel  van de Sante Lucia. Als je daar langs het water loopt, naar het Canal Grande, dan is het er meteen stil, je komt op het achterpleintje van die basiliek en je hebt er een groots uitzicht op het water. Daar op de hoek, rechts na de brug, de luiken zijn er nu gesloten, heb ik vaker een belegde panini gekocht, en die bij het water opgepeuzeld. Ik zou zó het beeld wel in willen duiken.

Hiervoor zag ik ‘The Rose’ in een uitvoering van de King's Singers in een kerk met mooie kleurige glas in lood ramen, ze staan nonchalant bij elkaar tussen een paar kerkbanken. Het lied van Bette Middler is al sinds de middelbare school favoriet, als ik weer onderaan in dit blog zou gaan kijken dan weet ik zeker dat er weer een paar blogjes zouden verschijnen. Deze uitvoering en entourage: zo passend, het lied ging voor mij altijd al over levenskracht en liefde die jou kan voeden zonder dat daar een menselijke object bij hoort. En dan kijk je en dan weet je ook dat dit vóór de Coronatijd is opgenomen: zo staan met die kleine afstand van elkaar, al zingend;  dat is nu gemarkeerd als zeer besmettelijk...



Die fysieke verbondenheid met elkaar, die er ook is als je gewoon maar ergens flaneert, luistert naar muziek op straat, dat was er ook héél vaak in de avond op het grote plein bij de hoofdingang van de Sante Lucia basiliek in Venetië, in een museum als je, meestal in stilte, naast elkaar naar een iets kijkt (alhoewel ik in Den Bosch ooit ben aangesproken of iemand een foto van mij mocht maken bij een schilderij van Jan Sluijters, Bal Tabarin), gedachteloos snuffelend in winkels, de bieb, op een markt, dat mis ik heel erg. Als ik nu mijn huis uitloop, het park achter mij in, ben ik meteen alert en dat zie ik subtiel terug bij elk mens die ik tegenkom... Er hangt een ander ‘aura’ over alles heen.