Ondertussen staat er in het landschap van mijn geest een draaimolentje, die elke keer weer hetzelfde rondje draait. Gelukkig zie ik dan zo’n kleurige voor mij, op de kermis waar je vroeger verlangend bij stond: waar ga ik zometeen in zitten? De rode brandweerauto of het paard dat op en neer gaat, of vind ik dat te eng? Ik zie het molentje ook tegelijk staan op een India’s strand, alleen op de zondag in gebruik met wat eettentjes en andere heel simpel gemaakte attracties: ballen gooien tegen blikken met grote netten eromheen, ballonnetjes schieten van een bord. En dan waren het alleen de rijken die er gebruik van maakten, het gros van de mensen niet, die stonden of zaten op het strand met een flesje water.
Mijn draaimolen is de vraag of en in welke mate ik mijn eigen quarantaine ga opheffen. Er is het geluid van Maurice de Hond die vindt dat er in de buitenlucht nu niks aan de hand is en af wil van ‘de wurgslang van de anderhalve meter samenleving’, het geluid van een bestuurder, de burgemeester van Eindhoven die zegt dat we in de mist van boei naar boei varen en dat een bezoek op de IC je bescheiden maakt, Nelleke Noordvliet die in een column het een gigantisch experiment noemt, er is de statisticus Bert Slagter die tenminste vindt dat we toch de richtlijnen van het RIVM en het beleid dat daaruit volgt moeten volgen, want ook rondom de onduidelijke statistieken staan ondertussen 30-50 andere wetenschappers... ook al ziet hij ook fouten in de gepresenteerde gegevens.
Ik zie het filmpje voor mij: ‘WAVE with anamorphic illusion’: een gigantische glazen tank bij een flatgebouw in Seoel, dat heeft iets weg van dat virus en alle gevolgen eromheen, zoals het instorten van de wereldwijde economie, hoe houden we de dreiging daarvan enigszins onder controle? Het heeft ook iets weg van emoties in je : hoe te handelen, te denken en te voelen, zó dat er geen barsten komen in de tank en het toch ook een bijzonder zicht blijft? Oké geen superspread-events meer, overal ventileren en vooral in de buitenlucht blijven: dat laatste is voor mij in ieder geval van toepassing omdat ik al mijn halve leven weet dat ik extreem snel een virus oploop...maar dan: alle nuances ertussenin, toch weer winkels ingaan, de bieb en mensen zien, ik weet het niet. Er ligt een gapend gat van onwetendheid tussen de wetenschap die gegroeid is hoe er brandhaarden ontstaan en hoe de besmetting gaat op persoonlijk micro-niveau ... en de laatste telt voor mij... dus misschien toch nog even helemaal aan de kant blijven staan en nog niet de draaimolen in...
Dan luisterde ik naar de harde wind die over het land woei, de wereld om mij heen rekte zich uit tot bij de rivieren, alsof je zelf mee over het oppervlakte scheerde en de mussen vertoonden zich niet en hielden zich die ochtend heel stil met af en toe een uithaal en een korte, harde tjilp: Nee, nog niet gaan vliegen, jij, je wordt omvergeblazen! Laat op de middag zat ik bij die rivier en de wind woei zó hard zoals ik het alleen ken van het strand op Terschelling, een muur van wind, de rivier kleurde prachtig van donker naar weer felle zon, de konikspaarden op een kluitje bij elkaar, velen zittend.
Ik zie een filmpje waar allerlei thema’s die mij aan het hart gaan, bij elkaar komen: ‘Cocktails with a Curator: Bellini’s St Francis in the Desert’, de eerste in de reeks over dit belangrijkste werk, volgens de curator, dat hangt in The Frick Collection. Gemaakt vanuit het huis van deze curator in New York, om midden in de pandemie die deze stad treft, toch een cocktail te drinken en middels een kunstwerk ook te mediteren over het leven en de dood... Het werk is in een klooster op een eilandje in de lagune van Venetië gemaakt en toen overgebracht naar de stad, en het schilderij dat ik al heel lang alleen als plaatje kende, is nu helemaal tot leven gekomen. Je ziet er niks van, geen zon in beeld, maar het gaat wel helemaal over het licht, het lentelicht en de natuur om hem heen die ontwaakt, terwijl ook de dood daar een onderdeel van is.
Niemand ziet het virus, velen leven al breder uit: verheugen zich op musea, terrasjes, gaan al lang weer naar de kapper, winkelen, gingen naar het strand, naar vakantiehuisjes, maken voorzichtig vakantieplannen, wie weet toch al naar het buitenland, maken mondmaskertjes voor bus en trein, dat dacht ik ook nog even te gaan doen en wie weet doe ik dat ook wel, maar dan zegt iets in me weer: Nee!! Jij moet dat openbaar vervoer niet in! Dus dan eindigt het rondje draaimolen in mijn gedachten toch nog steeds in stilstand en met een cocktail van de curator.