maandag 10 juni 2024

Ik wil wel


Het ‘probleem’ bij kunst die bewust een onderwerp uit de huidige wereld als thema heeft, is dat het meestal ook een preek is voor de eigen parochie. Het publiek dat komt weet er al van en is het bij voorbaat met je eens. Het is wél troostend voor hen, dat een ander levend mens de moeite neemt er aandacht aan te geven. 
(Met enig cynisme geldt dit voor elke priester die des zondags zijn praatje houdt, alleen is hij a friend with benefits van de katholieke kerk zelf; zijn ego wordt door de leer elke keer opgevijzeld omdat hij gezien wordt als een volmaakte vertegenwoordiger van God, hij mag middels de eucharistie verlossing geven…maar ik dwaal af.)
Deze Mexicaanse kunstenaar Betsabeé Romero neemt in haar expositie The Endless Spiral de pijn van politieke wereldgrenzen als thema, dus ook de vluchtelingenproblematiek. In rode neonstrepen zie je de grenzen van Oekraïne-Rusland, Mexico-Verenigde Staten, de kust van de Middelandse zee, Gaza-Israël. Ze vertelt erbij in cijfers hoeveel slachtoffers er al zijn gevallen. Als je dichtbij komt zie je dat het van schoenen is gemaakt. Ze maakt Wayangpop-achtige slingers en de schaduwen laten mensen op de vlucht zien en de velen die er vermist worden. Ze maakte spiraalachtige linten met elk daarop een decoratief motief uit verschillende culturen. Alsof ze wil zeggen: zie die kunnen we ook grenzeloos uitrollen en er samen een feestje van maken. Ze laat een huisje zweven in de ruimte; een verwijzing naar ons innerlijk huis, waar we ongeacht de omstandigheden altijd thuis kunnen zijn…met  kleurige veren die doen denken aan indianentooien, geeft ze de suggestie dat we kunnen vliegen; grenzenloos.
Ik voelde de mix van culturen en daarbij komende associaties in haar werk, dat ze zelf geleefd heeft in een verscheidenheid aan landen met verschillende contexten.

Je kunt met je kunst ook de straat op en dan maak je de kans groter dat zomaar iemand geraakt wordt. Dat doet Ernest Pignon-Ernest al sinds 1960, lang voordat graffiti en straatkunst en Banksy bestonden. Op stadsmuren van Napels tot Rome, Soweto tot Haïti, Parijs tot Algerije verschenen o.a. dichters uit de rafelranden van de gegoede burgerij: Rimbaud als straatjongen, Jean Genet alsof hij van het kruis wordt afgenomen…Voor deze expositie heeft hij het beeld van Paolo Pasolini gemaakt, die zichzelf draagt als een pietà; een vreemdeling, misschien ook voor hemzelf ?…Je Est Un Autre. De vreemdeling die overal in het straatbeeld verschijnt, conform het thema van deze Biënnale: Foreigners Everywhere.

Op het einde van de dag ging ik nog maar eens naar Berlinde De Bruykere; City of Refuge III. Als je de kerk inloopt, zie je vier aartsengelen. Ze staan op de toppen van hun tenen; zijn ze klaar om naar de hemel te vliegen, of zullen ze juist landen op de aarde? Verderop in het klooster ligt daar dan de gevallen engel, als op een tombe.  En achter het koor is de bijbel vervangen door een boek dat zich niet makkelijk laat openslaan, met een schijnwerper op het houtsnijwerk dat Benedictus laat zien, terwijl hij zich in een doornstruik gooit, weerstand willende bieden aan de verlangens van het vlees en de lust…Hier is geen eenduidige betekenis meer, je kunt alleen nog stamelen.