Zo liet ik mijn boshuisje achter: met de paarse lupine die uitzichzelf van de rand van het tuintje naar de ingang is gewandeld, om daar tot wasdom te komen. De witte valeriaan die helemaal schuin uit de plantenbak groeit, naar het licht tussen de twee grote eikenbomen. Mijn nieuwe kneutertuintje achter, met de kabouter en Snoopy uit mijn stadstuintje, aangevuld met plastic beesten van Koningsdag; een beertje, twee dino’s, koe, tijger, giraffe en ook hier het vingerhoedskruid, dat heel welig overal op de Veluwe aanwezig was, nog nooit zo gezien.Verder vol gezaaid met zaadjes uit zakjes die ik won met Sinterklaas, opgekomen tomatenplantjes gepland en de Oost Indische Kers van de boerderij, die daar nu ook onkruid is geworden. Ben héél benieuwd wat er allemaal van geworden is, als ik er weer ben.
Want ja, ik ben terug! In Venetië. De gedachte gaf me de laatste twee weken van Mei in Nederland, steeds een soort van jubel: Ik ga terug! Besloten in mijn tent die toen drie meter verderop stond, aan de andere kant van de boom, van waar ik nu ben. Ik had Oerol in gedachten, maar zag het programma hier en dacht: ei-gen-lijk is er hier nog zoveel wat ik niet gezien heb en de focus van de kunst is toch mijn echte interesse. Oerol was lang een theaterfestival, maar het concept is veranderd. Dus ik dacht: als ik hier nu mijn tent en andere zware spullen kan achterlaten, dan kom ik terug. En dat kon en daarmee was het besluit razendsnel gemaakt.
Dit keer ging de heenreis over München. Wat is Nederland toch een postzegellandje: de route ging eindeloos door groen heuvelachtig land met af en toe een dorp. Pas bij München was er ineens haar skyline met hoogbouw. Van wie is al dat land, waar wonen zij? De hele dag in een rustige bus en het werd steeds zonniger.
Het heeft toch ook wel wat; dat in de nacht onderweg.
Een van mijn favoriete uitzichten op de wereld:
Venetië drijvend in het water, vanaf het Lido.