Even voor de nostalgie en voor het archief, omdat ik jarenlang vanaf deze plek internette; de boekhandel naast de ingang van de Biënnale bij Arsenale. Dit jaar voor het eerst niet meer nodig omdat de camping nu goed internet heeft. Dat is dan mijn voordeel nu de camping van de gemeente is geworden, terwijl deze tevoren van de staat was.
Voor de ‘eigenaar’ die de grond altijd gehuurd heeft en er ook woont, een huis midden op het terrein, naast de wc en douches en de openbare zittent, waar ook de grote koelkast staat, is het een bron van zorgen. Kan hij de camping blijven runnen en er blijven wonen? Al zijn geld ging het laatste jaar naar advocaten…Voor mij is het ook een vraag of ik er nog terug kan keren.
Maar goed, dat is de toekomst…nu zit ik hier en las in Kunstforum het verslag van het bezoek aan de expositie van het Vaticaan in de vrouwengevangenis op Guidecca. Best een skeptisch stukje. Het was voor het eerst dat de paus er een bezoek bracht en zijn helikopter landde op de binnenplaats. De gevangenis was vroeger een klooster. Hij heeft zich dus actief ertegenaan bemoeit. Er wordt beschreven dat je niét met de gevangenen die je ziet mag praten, terwijl de uitdrukkelijke bedoeling juist een ontmoeting zou zijn…
Ik dacht terug aan een eerdere keer toen een Amerikaanse kunstenaar, ik weet zijn naam niet meer, ook een project hier had. Waar hij langdurig in investeerde, ik geloof twee jaar lang. Hij maakte een moestuin samen met de gevangenen in de binnenplaats en de oogst daarvan verkochten ze ook. Je kon gedurende de hele dag zó binnenwandelen, naar de moestuin kijken, er was geen strenge controle, waar je nu iets van een identiteitsbewijs moet achterlaten, niet mag fotograferen en je je tevoren moet aanmelden op een website en de gevangenisdeuren twee keer op de dag open worden gemaakt. Naast deze moestuin had de kunstenaar hippe tassen ontworpen, die ook in de gevangenis werden gemaakt en die in de stad verkocht werden, door een netwerk van vrijwilligers die hij daaromheen had gecreëerd. Heel toevallig bleek daar ook de moeder bij te horen van de kinderen die ik op het Campo San Stefano ouder heb zien worden en die elkaar in de avonduren daar leerden rolschaatsen. Zij verkocht de tassen bij hun groene kiosk, naast andere dingen, zoals T-shirts. De elegante tassen waren mij al opgevallen, nog voordat ik wist dat deze hoorden bij dit project. Wat een andere sfeer hing er om dat project, tegenover deze van de Paus… Het artikel eindigt met de opmerking dat de Paus natuurlijk goed weet, dat het hoort bij de zeven daden van barmhartigheid: je bekommeren om gevangenen. Alleen mogen ze dus geen echt mens worden, zoals wel gebeurd is bij het project van die kunstenaar. Ik herinner mij breed te hebben geglimlacht met een vrouw, die mij een zakje fruit dat ik gekocht had, overhandigde.