zaterdag 19 maart 2011

Droomwereld

Ik had het helemaal gehad met het schilderen en tekenen van een model, bij schilderles. De vorige keer was ik me ook al meer met de omgeving van het model gaan bezig houden en niet met de exacte proporties en toen vond de docent het resultaat wel een mooie sfeer hebben. Wat ik nu gedaan had, vond hij heel mooi, nee, het zei niks over houding en uitdrukking van het model, maar dat hoeft ook niet, het gaat om het schilderij en het verhaal dat je wilt vertellen en hij gebruikte het woord: een 'droomwereld'.

Wat droom ik dan? Ik had uit een tijdschrift bij binnenkomst twee foto's gescheurd, de ene was een al half gescheurde pagina waar een beetje een androgyne vrouw met een lange witte sjaal tegen een schuttig staat aangeleund. De andere was een vrouw die de leegte inkeek, gezeten op een boomstam op een palmenstrand. Die twee foto's had ik bijeegevoegd. Nu leek het net of de androgyne vrouw links op de tekening, die de docent meteen tot een 'hij 'omdoopte, als het ware om het hoekje keek, naar die vrouw op dat witte strand.

De wereld met scheuren daarin en het verlangen naar verbondenheid tussen die werelden, getuige de lange witte sjaal die vrijuit wapperde richting het strand. Over zoiets droom ik altijd en dat verhaal moet ook verteld blijven worden in onze, nu eenmaal gebroken, wereld... Pas kwam ik erachter dat het Clarissenklooster met de mij steeds dierbaarder wordende kapel, waar ik gisteren weer uren stil in verbleef, gebouwd is op een lege plek die tevoren een volle volkswijk was.

In de tweede wereldoorlog is er een verdwaalde bom gevallen en daar is uit het puin, erna dit klooster gebouwd, die dus midden in een volkswijk staat. C. een vrijwillgerster in het wijkcentrum is er nog getrouwd met haar eerste man omdat de priester indertijd een dubbele afspraak had gemaakt in de kerk, die er vlakbij heeft gelegen. Die is ondertussen afgebroken, maar het klooster staat er nog.

Hoe op een plek van vernietiging, een hemels plekje gebouwd is geworden. Hoe zonder die vernietiging, dat kwaad dat indertijd zoveel mensen trof, deze kapel er nooit was geweest. Dat is de droomwereld waarin ik naar uit wil blijven kijken. Elke scheur, elke breuk kan geheeld worden, wederopbouw is mogelijk, altijd, het is een gouden wet van het leven dat telkens opnieuw weer nieuwe vormen vindt.