zondag 27 maart 2011

Uitgestrekt

Wat een onderdompeling in Sevilla: 's avonds om 23 uur een selectie van tapas eten, waaronder een heerlijke gazpacho en groentenkroketjes, met sinaasappelbloesemgeuren en bomen tjokvol sinaasappels om je heen en dan ook nog flamenco in een steegje achter je horen! Een hartstochtelijk aaaaaai! aaaaaai! en handengeklap en geroffel. De busreis bracht me eerst door de bergen rondom Malaga langs een liefelijk riviertje dat kronkelde langs bloeiende gele brem, rotsspleten met watervalletjes, lentegroene velden, het leek geboetseerd om te behagen. Daarna werd het lediger, leeg, olijfboomgaarden zover als het oog kon reiken, grillige kalksteenrotsformatie. Onbeschrijfelijk, zo´n landschap heb ik nog nooit gezien.

Al uit het vliegtuig verwonderde ik me over de weinige huizen, dorpen, niks, en er doorheen reizen is adembenemend,ik kan het niet anders zeggen. Die uitgestrektheid, de combinatie van woest, liefelijk, ledig, helgroene vlakken van de lente. In de paar dorpen of zijn het stadjes?, waar de bus doorheen reed hing een wild-west verlatenheid. Niemand op straat en alle straten eindigen met uitzicht op alleen maar leegte rondom. Hoe is het om daar te leven? Ik begrijp ineens iets meer van de Spaanse mystici. Een combinatie van brandend verlangen en het ontwijken van een duistere kern van donkerte en leegte. Een ieder die hier leeft kan elk gewenst moment in de leegte kijken, het is niet te ontwijken, niet uit te stellen, niks om je gedachten mee te verstrooien. Zou ik kunnen leven in zo´n plaats als Osuna? Nu 16.000 inwoners, van 1549-1820 een universiteitsstad geweest met een machtige imposante renaissance bouwwerk uit de verte, het lijkt een kasteel maar het is een kerk op de rotsformatie. De lichtjes van Sevilla waren al van ver op een bergkam te zien, in die leegte met ineens grote donkere bollen van naaldbomen, grillige bomen, glooiingen van duinen, water dat glinstert: een vogelnatuurreservaat 74 km ten zuidwesten van Sevilla.

Die leegte: ik kan er niet over uit. Ik wist niet dat dit er was in Europa. Ik heb de meseta´s gezien in Noord Spanje, maar de weg naar Santiago de Compostella geeft deze vlakten een soort ijkpunt. Al herinner ik me ook een treinreis naar Salamanca door de dorre droge gele-bruine vlakten. Maar hier in Andalusie is het zo groen nu, je verwacht dat het er drukker zou zijn, met mensen. Tegelijk zijn hun sporen zo zichtbaar; wie plantte en ondehoudt al die eindeloze heuvels vol olijfbomen?


Verder heb ik de hele dag uitgestrekt in het zand gelegen en me door de zon op het strand van Malaga laten doorstoven. In den ochtend was de wind nog kiltjes, maar als het lichaam gloeit van warmte in den middag, voelde dezelfde wind aan als een koele bries. Vanochtend zag ik vanuit mijn bed de zon tussen de palmbomen opkomen, de zee een bijna rimpelloze lichtblauwe spiegel met een roze waas. Dit was weer zo´n dag om voor altijd te koesteren in de herinnering.