Daar sta je niet bij stil: dat er 35 mannen onder elk zitten. Ze hadden een soort tulband op hun hoofd met in de nek een verdikking. Bij tik 1 staken ze allen de kont naar achter. Ze zetten zich schrap. Bij tik twee tillen ze hun nek naar boven tegen de lat en bij tik drie gaan ze echt op staan, roepen ho! en beginnen te schuifelen op platte chineze schoentjes. Zo komt het gevaarte, nu met zandzakken erop, in beweging. Het moet een heftig gebeuren zijn, die processie. Straks is het heet en druk, het hele stellage is dan bedekt met doeken, dus weinig zuurstof en overal mensen om je heen. Dat is lijden geblazen, de ware navolging van Jezus, zou je bijna zeggen.
Zou ik aan iets dergelijks meedoen als ik hier leefde? Vast wel. Ik hou er wel van als iets ook fysiek beleeft wordt, zoals de dansen bij de Clarissen. Hier wordt dat lijdensverhaal totaal beleefd. Nu al weken van te voren. Er worden al podia´s gebouwd, er staan al verkeersborden, hoe de weg zometeen zal worden omgeleid.
Je kruis dragen is in woorden alleen, zo onbenullig flauw en abstrakt. Maar als je ooit zo´n last echt getild heb of als publiek meegesleept kan worden , dan wordt je aangesproken op iets anders dan de grijze hersenmassa of de dagelijkse tred waar de automatische piloot aan gezet kan worden.
Het lijdenverhaal van Jezus kan je helpen om in contact te komen met je eigen verdriet. Je niet laten verstrooien door een wereld waarin alles kan, alles mogelijk lijkt en alles bereikbaar. Want zo is het niet. Dan moeten woorden wel daden kunnen worden. De wijze waarop die Sante Semana hier beleeft wordt: dan breekt het verhaal ergens door heen. Dan wordt Geloof ofwel religie, het op zoek gaan naar een andere laag in jezelf. Het wordt iets van beleven.