maandag 20 april 2020

Nationale Museumweek. Pride of Bagdad

Het is deze week Nationale Museumweek. Eerlijk gezegd gaat dat meestal aan mij voorbij omdat ik toch wel regelmatig een museum bezoek. Maar ja, nu komt het fenomeen wel binnen: de afwezigheid van de mogelijkheid bevordert de hang naar ‘iets’ uit die wereld... Omdat er ook 75 jaar vrijheid wordt gevierd, hadden er anders rondom de Dam 400 pronkstukken uit diverse musea gehangen met het thema : ontdek samen ons échte goud. Is het niet-echte goud dan toch het goud van de kapitalistische geldeconomie?

Nu kun je dus de ingezonden pronkstukken virtueel bekijken op hun website Nationalemuseumweek.nl. Ik bleef meteen hangen bij Leeuwen op de Coolsingel. Het verwijst naar de expositie in Museum Rotterdam, waar zo lijkt het, een gebombardeerd Rotterdam is nagebouwd en wat zich daar dan afgepeelde en je ziet nu een opgezette leeuwin uit diergaarde Blijdorp. Zouden toen ook alle dieren uit de dierentuin vrij zijn gekomen door de bombardementen, zoals in Bagdad bij het bombardement in april 2003?

Gisteren herlas ik de graphic novel Pride of Bagdad van Brian K. Vaughan, een belangrijke verteller in de wereld van de graphic novels, heel mooi in beeld gebracht in de kleurige tekeningen van Niko Henrichon. Aanleiding is de  echte gebeurtenis dat Amerikaanse soldaten in de straten van Bagdad een uitgehongerde gestorven roedel leeuwen vonden. Het onderliggende thema is vrijheid: sommige leeuwen verlangden daar al naar opgesloten in de dierentuin, een andere leeft liever een veilig leven waar je maaltje elke dag naar je toegeworpen wordt. Een jong welpje heeft nog nooit een horizon gezien  en vraagt al bij de explosie waar de muren verdwijnen, of dát de horizon is en dat gaat zo door, al dwalend door de stad.Het gaat dus ook over ontheemding en wat er met je gebeurd als alles wat vertrouwd en gewoon was weg valt en vernietigd is, vanuit het perspectief van deze leeuwen.

Dit pronkstuk opent dus een onverwacht inkijkje voor mij, maar verder is het ook een beetje sneu om naar pronkstukken te kijken die onderdeel zijn van exposities die je nu niet kunt bezoeken. Grote tapijten in de Kunsthal, dat komt niet echt binnen op digitale wijze..Wél toch drie andere pronkstukken: een mooie  aquarel van Leo Kok. Pannetjes, een mes, bakjes, een stapelbed, een opgehangen jas, een wekker: dit was toen zijn hele wereld, zijn thuis, een geborgenheid gecreëerd met de weinige dingen om je heen...En een houtskooltekening als een zwart-wit foto van twee Indiase vrouwen die je aankijken: extra nabij, misschien omdat je weet dat er zoveel aandacht en tijd is besteedt aan hun afbeelding. En een vogelnestje gemaakt met papieren slingers door de Britten neergeworpen om de radiografische stralen van Duitse zenders te verstoren.

Het is logisch dat musea nu gewoon hun al uitgeselecteerde gouden pronkstuk laten zien van vóór de Corona-tijd. Hoewel? ... Een aanpassing voor deze virtuele Dam met pronkstukken was misschien toch mogelijk geweest en voor de nu virtuele bezoeker ook aantrekkelijker. Mocht het volgend jaar nog steeds deze Corona-tijd  zijn, dan zou het fraai zijn als musea uit hun collectie dan pronkstukken opdiepen die associëren aan lock down, nieuwe vormen van een thuis maken en ontmoeting, crisis en heling, afstand en nabijheid...