Het is prachtig Paasweer in deze Corona-tijd met een blauwe lucht die even onwerkelijk lijkt, als de tijd waarin we leven. Blauw omdat wij mensen niet zoveel bezig en bedrijvig zijn. Vanuit ons eigen plekje kijken we: en zie, de lucht is helderder, het water schoner, de Himalaya is weer te zien en vissen in de wateren rond Venetië. Maar toch, we weten het allemaal niet, we zitten in een wachttijd, we kunnen treuren over het ooit onschuldige leven: iemand zomaar kunnen omhelzen, gedachtenloos flanerend in steden, dicht op elkaar gepakt dansend op festivals...
En dan is het vandaag dus Pasen, volgens de christelijke feestkalender. De steen werd weggerold en er is iemand uit zijn graf herrezen. We wachten allemaal op deze verrijzeniservaring, naar het leven zoals het was:
When to the sessions of sweet silent thought
I summun up remembrance of things past,
I sight the lack of many a thing I sought,
And with old woes now wail my dear time’s waste:
En het komt steeds meer binnen, er lijken dingen voorgoed verloren, vrienden die niet zomaar bereikbaar zijn en waar je onbevangen op terrassen en café’s een biertje en wijn mee dronk, door het landschap mee wandelde voet voor voet, bij een vuur zitten, een museum bezoeken...
Then can I drown an eye unused to flow,
For precious friends hid in death’s dateless night,
And weep afresh love’s long-since cancelled
And moan the expense of many a vanished sight.
Then can I grieve at grievances foregone,
And heavily from woe to woe tell o’ver
The sad account of fore-bemoaned moan
Which I new pay as if not paid before.
Zo voelden al die volgelingen van Jezus zich vast: het hele project van een nieuwe wereld voorgoed verloren, hij was dood, alles weg, geen enkel perspectief. Het zag er zo goed uit, dat hadden we misschien niet zo door, we maakten ons zorgen over stikstof, maar 100 kilometer mogen rijden, vluchtelingenkampen, oorlogsgebieden, ja, dat wel... maar dat er een virus zou kunnen zijn, dat wereldwijd doden maakt en ervoor zorgt dat we niet argeloos in elkaars nabijheid kunnen zijn... Wat blijft er over? Wat nu? Er is denkkracht. Elkaar niet loslaten: dat is verrijzenis.
But if the while I think on thee, dear friend
All losses are restored, and sorrows end.
Dit is een sonnet van Shakespeare als je het aan elkaar breit. Dus toch maar wel: een vrolijk en gezegend (... dat woord zegt mij soms wel wat) Pasen.