Ik droomde van een heel groot groenachtig schilderij, vierkant, de grote van een museummuur. Er was een groot gordijn op geschilderd, opgehangen aan lussen aan een roede. Onderaan glinsterde water en ook als je op een afstand keek, dan zag je boven het gordijn tussen de lussen door het licht op het water. Ik complimenteerde de schilder: dat hij nu toch echt een krachtig beeld had gevonden voor God of het goddelijke: heel nabij en we kunnen er glimpen van zien, maar er is een groot en zwaar gordijn dat de kracht, levendigheid en sprankeling verhuld, daar kijk je naar en je bent niet bij machte om het gordijn zomaar open te maken.
Nu ik wakker ben, denk ik dat dit schilderij ook gaat over de huidige werkelijkheid. Er is iets tussen jou en al het andere geschoven. Je kunt niet onbevangen en vrij een duik in het water nemen en je aan de oever laten opdrogen, we moeten tenminste 1,5 meter afstand houden van elkaar, we kunnen het gordijn niet zomaar vastpakken en wegschuiven...
Het gordijn bepaalt ons doen en laten, ons denken en voelen nu... Het betekent voor iedereen iets, maar de uitwerking ervan is ook voor een ieder weer anders. Ik zag het nieuwste filmpje van de Indiër in For the love of Comics. Hij wilde het gewoon weer over boeken hebben omdat hij ook dacht dat dit zijn beste bijdrage nu kon zijn: niet over Corona praten, de zinnen verzetten, aanbevelingen doen van Comics of Graphic Novels. Maar hij kon het niet, hij had meerdere pogingen ondernomen, maar het lukte niet. Hij woont in Delhi en ziet voor zijn ogen een humanitaire ramp zich voltrekken: al die mensen die niet binnen kunnen blijven en weg willen, er gebeuren ongelukken, mensen krijgen honger, vechten voor hun eigen bestaan...
Ik zie het voor mij en de dreiging die ervan uit gaat. In India is er een soort van intensiteit, mensen zien elkaar en letten op elkaar en als er niks aan de hand is, vond ik het zó bijzonder dat in al die drukte en de massa mensen, ieder daarin toch met een soort van rust, gegrond in zichzelf haar eigen gang gaat, de wereld tegemoet gaat op haar eigen wijze: stinkend rijk naast schrijnend arm, middeleeuws naast mobiel, een handkar naast een four wheel drive...Maar nu het een kwestie wordt van het vege lijf redden, dan komen er andere krachten vrij. Vergelijkbaar met de westerse run naar de winkel om wc-papier.
De Indiër kon geen verhandeling over comics houden. Zomaar improviserend praat hij maar wat. Hij wil een oproep doen, maar realiseert zich tegelijk dat hij in een echokamer zit: degene die het ontvangen, kijken er waarschijnlijk hetzelfde tegenaan als hijzelf... en dan citeert hij toch maar iets van de schrijver Kurt Vonnegut, omdat het misschien toch ergens verder zal sijpelen. Eigenlijk de hoop dat het zware gordijn op het schilderij uit mijn droom, toch door ons met vereende krachten opzij geschoven wordt. En dan belanden we nog niet bij het echte sprankelende water waarin we kunnen duiken, maar wel bij de bronnen van levend water:
Be soft. Be kind .
Do not let the world make you hard. Do not let pain make you hate. Do not let the bitterness steal your sweetness. Take pride that even thought the rest of the world may disagree , you still believe it to be a beautiful place.
Be soft. Be kind .
Do not let the world make you hard. Do not let pain make you hate. Do not let the bitterness steal your sweetness. Take pride that even thought the rest of the world may disagree , you still believe it to be a beautiful place.