zaterdag 4 april 2020

Songs of comfort

Wakker worden. Het eerste rode ochtendgloren glinstert op het water tussen de bomen, de eerste vogels fluiten. Het belooft de eerste warme dag van het jaar te worden en ik zal die braaf door brengen in mijn tuin. Ik ben tot nu toe zó braaf geweest... Enige dagen geleden heb ik een lange wandeling gemaakt, een rondje om de waterplas van De Berendonck, ouderwets met boterhammen mee en een thermoskan thee. Helemaal alleen zat ik er op het strand, een enkel meerkoetje in het water, een wandelaar met twee honden, alle parkeerplaatsen leeg. Het was bewolkt en wat donker weer en dat gaf even het gevoel dat de wereld weer gewoon was en ik zonder nadenken en opletten kon wandelen;  zonder pandemie was het er waarschijnlijk niet veel drukker geweest.

Op weg er naartoe passeerden er langs het spoor tot drie keer toe een trein, helemaal leeg, op één passagier na. Dan schiet er wel door mij heen: dan kan ik net zo goed binnenkort een trein nemen, maakt niet uit waarheen en daar dan gaan wandelen... Maar ik kan dat niet. Ik heb het openbaar vervoer niet nodig omdat ik geen vitale functie ergens in de maatschappij bekleed en eigenlijk is het zo dat mijn onoprechtheid dan het plezier van de vrijheid van onderweg en op pad zijn bij voorbaat verknalt. Ik voel mij nu het meest vrij in mijn eigen tuin. Waarschijnlijk zou ik, als ik een auto had, dat wel eerder doen: in een auto belast jouw aanwezigheid de openbare ruimte niet, maar dan denk ik toch ook aan Nieuw-Zeeland waar het heel erg wordt afgeraden en die nog steeds maar één dode op de teller heeft staan en het aantal besmettingen in een week met een paar honderd heeft zien toenemen. 

Ik keek naar de mooie videofilm die nu gratis online is tot 10 april van het Nationaal Dans Theater, Shortcut, een choreografie van Hans van Manen. Ik geloof dat ik het in het echt gezien heb. Drie vrouwelijk dansers en één man, met allerdrie heeft hij een eigen soort van interactie maar er zitten telkens momenten in dat hij die andere, verstild in de beweging, een paar passen draagt en haar dan weer de grond onder de voeten geeft. Dat is waar ik en de hele wereld op wacht: weer vanzelfsprekende grond onder de voeten, de aarde gedachteloos kunnen bewandelen en bewonen... De muziek bestond uit een slepend, soms een beetje klagend strijkorkest.



Ik moest aan Yo-Yo Ma denken: er is een tijd geweest, heel lang geleden dat ik zijn cellosuites van Bach dagelijks draaide. Muziek die op de een of andere wijze je brein herstructureert en helderheid en een soort van orde geeft die er niet zomaar is in het dagelijkse en de cello is daarvoor een prachtig instrument omdat het zo intiem en lichamelijk verweven is met degene die het bespeelt en dan doet denken aan de menselijke stem: elk geluid daaruit is expressie.

Het blijkt dat hij een  initiatief is begonnen in deze Corona-tijd: #SongsofComfort waarover hij in een interview heel aanstekelijk vertelt. Hij hoopt dat musici waar ook ter wereld en in alle genres, muziek op het internet gaan zetten, want muziek geeft troost. Hij maakt een vergelijking: het virus verspreidt zich en maakt geen onderscheid tussen arm en rijk en gaat onzichtbaar over grenzen heen over de hele wereld: dat kan muziek ook doen als tegenkracht, we kunnen daar werkelijk vrij zijn. Dan zie en hoor ik hem Going Home van Dvorak spelen. Zó mooi. Ik heb er geen woorden voor.