Ik was nog helemaal niet écht in Central Park geweest en het werd tijd. Mooi, zo’n enkele boom, nu niet in een lege vlakte, maar in een landschap van wolkenkrabbers, dan denk ik altijd aan R.
Fijn om weer groen te ruiken.
Zeker in Brooklyn zijn er nog veel mogelijkheden om er groener , tuinrijker, uit te zien, omdat er veel ruimte is voor de grote appartementencomplexen, nu meestal een grasveldje. Daar wordt ook wel actief moeite voor gedaan door organisaties. Elk jaar een wedstrijd wie de mooiste tuin heeft, die bewoners dan met elkaar vormgeven en bijhouden.
In mijn straat, groot en breed, en aardig wat verkeer, zag ik bij de naaste buren toch een eekhoorntje.In Central Park, waar ik aan het lezen was, had ik ineens zo’n dejàvu, toen ik in de kruin van de boom keek. O! , het is een Amerikaanse eik, dezelfde als bij mijn boshuisje, wanneer ik in de hangmat lig. Deze eik in Central Park adopteer ik als zus van de ander, ze is wat ouder, schat ik in.
Op de heenweg langs Argosy, een boekhandel die in het weekend gesloten is, bleek vorig jaar. Vijf verdiepingen vol antiquariaat en oude printen en oude foto’s met handtekeningen en krabbels van auteurs. Ik werd ineens hebberig, toen ik Virginia Woolf in de etalage zag staan en binnen een paar bakken zag met een prijs tussen de 40 en 60 dollar, zal ik gaan kijken op de tweede verdieping? Toch maar niet en Central Park lokte.
In de metro ging er pal voor mij een trommelaar met kind zitten, tevoren meldde hij dat elke nickle and dime welkom was, het was voor een goed doel. Een vrouw met zelf een muziekinstrument in haar koffer gaf, tot twee keer toe. Een man verderop haalde ook een dollar tevoorschijn maar kon deze niet meer geven, want ze stapten alweer uit. Ik wilde ook wel wat geven, maar wegens mijn slechte fijne coördinatie is het zo’n gedoe, om in een schommelende metro mijn portemonnee te vinden en die dan open te moeten maken, enzovoort.