Vandaag is het in Amerika kennelijk #NationalDoctorsDay en Michelle Obama deelt op Instagram een filmpje van twee dokters nog half in werkkleding, de ene achter de piano en de andere zingt: Everything will be allright. Hebben ze nou net hun maankleding uitgedaan en zien ze ook elkaar weer voor het eerst als gewone mensen? Ook dat maakt die summiere beelden die wij van de Intensive Care te zien krijgen zo aangrijpend: dat je weet dat ze een sticker met hun eigen naam op hun hoofd plakken en daarbij de zuigende geluiden van de beademingsapparatuur, weten dat er ook allerlei medicijnen nodig zijn om te kunnen beademen en hoe erg dit alles een aanslag is op het lichaam zodat nu serieus er ook een beleid komt om mensen te vragen of ze dit wel willen, mocht het zover komen.
Het doet me denken aan die scène in ET: even is alles nog normaal en huiselijk, zelfs al zit ET al verstopt in zijn klerenkast en dan wordt zijn huis ineens vacuüm verpakt, plastic gangen worden uitgerold, wetenschappers in maanmanpakken en niemand mag er meer bij, het wezen van die andere planeet wordt geïsoleerd. Elliott het jongetje dat al een band heeft met ET rent door zijn plastic verpakte huis, vindt ET, denkt eerst dat die dood is , maar dan laat ET een bloem bloeien.
Niemand van ons wil bevriend raken met het Corona-virus, dus deze is niet ET, ja ook wel, maar we weten al dat deze ons ziek zal maken dus we moeten ons ervoor beschermen. Maar ET is in de film een vriendelijke wezen die juist op groei en bloei uit is en alleen maar naar huis wil... wij zijn nu zelf die ET, ofwel het blijkt dat er een ET in ons verscholen zit die nu naar buiten komt en die in de harde wereld van de ratrace, het hijgend moeten scoren, concurrerend met elkaar, vooral ondergronds leeft.
Niet nu: gezien al die initiatieven om het voor elkaar, geïsoleerd in onze eigen huizen, toch een beetje leefbaar te maken: er is een berenjacht voor kinderen, plaats je teddybeer voor jouw raam zodat kinderen in de buurt, zoals in dat Engelse prentenboek, ze kunnen zoeken. Knutsel en plak en krijt je ramen en de stoep vol bemoedigende teksten. En Paul de Leeuw vermaakt drie keer per dag in TV-Quaran-Tine en het is heel grappig om Annie de Rooy dan ineens weer te zien verschijnen.
Je krijgt van die inkijkjes die je nog nooit gezien hebt: artiesten die met een ongeschminkt hoofd en sjofele kleding een liedje zingen in hun huis... En ik denk dan: O, ja, het zijn gewone mensen en ze doen nu hoe ze ooit begonnen zijn: thuis achter een piano of met een gitaar in de keuken, terwijl de hond eromheen speelt met een bal. Joan Baez zingt voor John Prine die heftig door Corona geveld is, zijn eigen liedje Hello in There, dat ooit zo aangrijpend door Bette Midler vertolkt is. Graham Nash zingt in een soort schuurtje vanuit New York de heel toepasselijke klassiekers Our House en Teach your children...
En dan is er John Fogerty die buiten met gitaar en hond Have you ever seen the Rain zingt, een liedje dat ik altijd heb geassocieerd met die foto van dat naakte meisje dat wegrent, vluchtend voor de napalm die neerdaalde... Misschien geheel onterecht en gaat het liedje gewoon alleen over regen, maar voor mij zat er altijd dat dubbele in: de vuurregen die brandwonden veroorzaakt en de verlossende regen die alles weer schoon spoelt...
Wie mij ook raakt is Mary Chapin Carpenter die 'Songs from Home' speelt. Opgetuigd met een orkest enzo heb ik haar altijd te zoetig en weeïg gevonden, maar nu met gitaar, onopgesmukt, komen haar liedjes wel aan: The Hard Way en This is Love... En Andrew Lloyd Webber speelt achter zijn eigen piano zijn eigen composities, hij is nu 72 jaar en noemt de serie: Composer is Isolation. Daar klinkt dan All I ask of you uit Phantom of the Opera, waar ik in Londen tijdens de musical, gezeten op een rood pluchen stoel, een brok van in mijn keel kreeg.