zaterdag 7 maart 2020

Gesprekjes in Payangan

Ik wist het al tijdens mijn namiddagwandeling in de rijstvelden van Kelusa nadat het de hele middag geregend had: je gaat je petje kwijtraken, want dat lukt je niet, én een paraplu in je hand én je iPad én je petje, afgezet omdat het warm was, maar wel bewolkt... en ja hoor, petje weg, de tweede dus en de laatste die ik bij me had. Er moet dus een nieuwe komen.Toen ik het vertelde aan de vader van Koko moest hij heel erg hard lachen en hij vertelde dat weer aan een vrouw die achter hem zat en die kwam ook bijna niet bij. Wij zouden het leedvermaak noemen, maar dat leek me toch niet aan de orde.

‘Je kunt een nieuw petje kopen in Payangan, op de ochtendmarkt van 7u tot 10u, Ja, elke dag is er markt.’ Dus ik ging, vanochtend. Een heerlijke wandeling door het ochtendgroen en berg-op-en-af begon al te wennen. Het overdenken waard om deze wandeling elke dag te maken, een goede ochtendgymnastiek. Ik kwam rond kwart voor acht aan, op een levendige en bruisende markt waar alle soorten vruchten en groenten te koop waren, en offerbakjes die er gemaakt werden en bloemblaadjes, ook blauwe hortensia. Boven, in het overdekte gedeelte, westerse kleding en batik en slippers en in een kraam kocht ik mijn roze petje. Ik liet 10.000 rupiah zien, zij vroeg 40.000, ik zei Mahal!, duur! en liep weg, ze reageerde met: voor jou voor 20.000! en dat was het. Ongeveer  1, 75 euri.

Een gesprekje met een man die er slippers verkocht. Hij sprak redelijk goed Engels. Geleerd op school. Die heeft hij vroeger kunnen betalen door in de ochtend in Ubud kranten te verkopen en daarna naar school te gaan en na school, weer tickets te verkopen voor dansvoorstellingen. Op-en-neer vanuit Payangan. Met de Bemo, het openbaar vervoer, kleine busjes, dat was er toen nog, maar die zijn ongeveer tien jaar geleden afgeschaft, het was niet meer lonend omdat er te weinig gebruik van werd gemaakt.  De mentaliteit is veranderd, zei hij, hij hoopte wel dat het terug zou komen. Dan realiseer je je, dat voor oude mensen en degenen die zich geen scooter kunnen veroorloven, hun mobiliteit dus érg verslechterd is...

Hij vond het leven op Bali goed, mensen kunnen lui zijn, als ze dat willen, maar hijzelf wilde toch wel... dat de wereld groter werd om hem heen. Jij kunt vanuit Europa hier naar toe reizen, zei hij, ik heb alleen het internet... en de gesprekken die ik voer, zoals nu met jou. Ik kon dat alleen maar beamen: inderdaad ja, ik had die mogelijkheid...maar ik zei hem dat het leven in Europa ook min-punten had. Ik vertelde over de stress, het verplicht je tijd te moeten indelen, gedicteerd door een baas. Hij begreep meteen wat ik bedoelde: hij had een aantal jaren gewerkt voor een Nieuw Zeelander van 9.00-6.00 u.en alles was ingevuld: schoonvegen, ontbijt maken, bedden opmaken, wassen, koken enzovoort. Het leukst van zijn werk was toen het contact met buitenlanders. Hij vond de vele toeristen op Bali plus- en min-kanten hebben, maar je kunt maar beter naar de pluspunten blijven kijken. Op Bali was alles nog oké, hij maakte zich wel zorgen over het opkomend extremisme van de moslims op Java. ‘Dat is niet goed... wij moeten samen leven... het is één planeet’.... Hij had het idee dat je in Europa vrij kon reizen en overal kon werken, nu appte hij met een Bulgaar, die wilde werken in Duitsland, maar dat lukte niet? ... Dus ik vertelde dat werk vinden in Europa niet altijd gemakkelijk was en dat er velen waren die daardoor ook in armoede leefden. Dit was nieuw voor hem. Wij bedankten elkaar voor het gesprek.
Ik vind zulke gesprekjes altijd erg leuk. En even later gebeurde het volgende:  Ik liep langs een huis en er kwam iemand met een scooter en helm uit. ‘Waar ga je heen?’ ‘Ach, ik wandel maar wat, Jalan, Jalan... en jij? Ik ga werken in Tegallalang in een souvenirwinkel’ Ze zette haar helm af. O, dat was voor het eerst dat ik een vrouw met kort haar zag. Ze  vertelde dat ze spul maakte voor de winkel, hier thuis, en ze wierp een blik naar achteren. Ze liet me op haar mobiel dingen zien: allerlei spul van macramé, zoals servethouders en plantenhangers en wandkleden, en mandala-achtige patchwork placemats of voor tegen de muur van stof, dream-catchers... ’Waar heb je dan geleerd om dat te maken?’ vroeg ik. ‘YouTube!... good business!’ Soms was er een hele grote bestelling. Goed idee, zei ik, om dat van internet te halen! Ze lachte, ja dat doe ik samen met mijn vrouw. Uuuh!?  Ik sprak dus met een man en zijn vrouw kwam eraan gelopen. Werkelijk, ik had géén idee...We wensten elkaar nog een fijne dag en geluk, in het algemeen.