Ik wil geen weemoed hebben, maar voelde het desondanks vandaag toch wel een beetje...Voor de laatste keer... Ik hou niet van ‘voor de laatste keren’, door de drie dalen rondom Keliki Kawan wandelen. Wat eerst een ontdekkingstocht is en je niet weet hoe het precies zal verlopen, weet ik nu dat alle drie de dalen het heen en weer terug is. En toch weer een nieuw stukje ontdekt: op Google Maps zag ik een weggetje bij de bron die naar andere rijstvelden zou gaan en nu herinnerde ik mij ook dat ik een man met takken op het hoofd , langs een badende vrouw die kant op zag gaan.
Dus ik volgde het water, dat netjes gekanaliseerd is en kwam via een muur van een villa bij rijstvelden die de diepte indoken, deel van de rijstvelden van Kelusa. Nu ervaar ik het verschil: de dalen van Keliki Kawan zijn liefelijk en heel harmonieus ingericht, die van Kelusa zijn groffer en woester, er zijn ook minder offerplaatsen. Zou het uitmaken dat Keliki Kawan ook het dorp is met zoveel schilders? Zouden zij als het ware ook het landschap om hen heen ooit opgezet hebben als een schilderdoek en het nog altijd schilderen?
In de dessa van Kelusa ontstond er ook het raadsel van de eendenman. Die was ik in het begin tegengekomen, hij zei in een klein huisje daarachter te wonen met zijn broer en hij had eenden aangeschaft omdat zijn vrouw overleden was. Ik liep er weer en dacht even naar dat huisje te lopen. Ja, het was een klein huisje, maar wel met een mooie van zwart steen hoog gestapelde muur eromheen en toen ik er langs liep kwam ik in een prachtige landschapstuin die de diepte inging naar stromend water. De oorspronkelijke rijstvelden waren nu begroeid met gras, er liepen keurig verzorgde treden van hout de diepte in en halverwege was er een sjiek buitenpaviljoen, waar je diep verzonken in de stilte en de prachtige beplanting kon mijmeren. Er stond ook een heel groot beeld van een vrouw in een mengeling van Afrikaanse stijl en de beelden op het Paaseiland.
Het huisje van de eendenman piekte als een scherpe driehoek, dat de illusie gaf of het zo naar beneden kon kieperen, die prachtige tuin in.... Het was net alsof ik mij in een mausoleum bevond. Zoals de Taj Mahal gebouwd is om een overleden echtgenote te eren, zo sprak deze prachtige tuin over vrouwelijke energie.... er was halverwege een rond terras met grote ronde stenen waaruit de papyrusplant groeide en ergens anders flankeerden twee vrouwenhoofden het begin van een paadje dat verder de diepte in kronkelde. Je kon een rondweg wandelen, aan de ene kant naar beneden gaan dwalen om uiteindelijk weer langzaam naar boven klimmen met, als je dat wilt,een afslag naar het huisje.
De eendenman is dus heel rijk en zoals hij zelf al zei: de eenden gaven hem de mogelijkheid om door de dessa te dwalen en zo niet in het verdriet over zijn vrouw te verzinken. Ze waren er niet om in zijn levensonderhoud te voorzien. Ik weet nog dat het toen even door mij heen schoot: O, je kunt zomaar een kudde eenden kopen, heel arm ben je dus niet. Maar dit had ik niet verwacht.
Een beetje weemoed dus, over mijn tijd hier en ik dit weer ga verlaten... Ik spring weer in een andere tijd, de Corona-tijd...Het heerlijke van zo lang op een plek zijn, is dat je de tijd kunt vergeten, je neemt elke dag voor héėl lief en je weet dat alles vervuld is met ontdekkingen, hoe klein en miniem ook. Maar er is nog geen gewoonte en de macht van de gewoonte kan voor een grauwsluier en sleur zorgen. Misschien kan de Corona-tijd het ook mogelijk maken om op een nieuwe wijze naar jezelf en je omgeving te kijken. Wat ligt er verborgen onder het oppervlakte, wat wil je vorm geven? Misschien wel zo’n geheime tuin, zoals die van de eendenman of de geschilderde rijstvelden van Keliki Kawan.