vrijdag 6 maart 2020

Op het familecomplex

Wat is het toch bijzonder om hier te zijn. Vanochtend werd ik wakker en heb anderhalve uur, zo bleek  later, hier op mijn stoel gemediteerd. De geluiden van het langzaam ontwaken van de omgeving. Het begint met hanengekraai tot in de wijde omtrek. Nee, nog vroeger, nog in bed, hoorde ik een soort vogel, scherp en helder. De familie hier ontwaakt ook bij het ochtendgloren. Rondom 22u in de avond zijn ze allemaal terug in hun eigen vertrekken en doven de lichten één voor één.

Door het groene schilderij van I Nyoman Depet, vol vogels, viel me vanochtend op hoeveel verschillende soorten vogels ik hoorde. Links van mij, kijk ik naar precies zo’n bosje met kokosnootbomen als dat hij geschilderd heeft. Hij woont ook hier in de buurt, misschien zijn het wel dezelfde bomen...In de vroege ochtend is het nog heiig in de bomen waar ik voor mij op uitkijk. Maar het kan ook gemengd zijn met rook: men verbrandt hier ofwel 's ochtends vroeg het afval of later op de middag na 17.00u.

Het begint ook al vroeg naar kruidige etensgeuren te ruiken, het lijkt of de dag begint met koken. Ik dacht altijd dat mijn oma zo goed kon koken en het haar passie was, ze stond altijd in de keuken,maar misschien is het ‘gewoon’ Indonesisch gebruik en Indonesische gerechten: ik ruik hier geuren die mij doen herinneren aan de keuken van mijn oma... Heel grappig en het roept een soort van nostalgie op: ik hoor hier ook steeds mijn vader niezen en rochelend kuchen. Koko’s vader maakt exact dezelfde geluiden, dezelfde toon met een soort van pathos in het: Hatsjié!, heel duidelijk uitgesproken.

Eten bereiden en hakken en snijden, het gaat de hele dag door, vaak op de grond, op het afstapje voor de keuken of het verblijf er naast Zo zit men in de avond ook met elkaar te kletsen, naast en tegenover elkaar, leunend tegen de muurtjes aan de zijkant of tegen de houten pilaren van het ceremoniepaviljoen. Nooit aan de kant van het voorouderhuis, links van me. Soms als ik laat in de middag terugkom, zit men voor aan de straat op de trappen van de officiële ingang, met de houten deuren.

Eiko fietst de hele dag op een klein fietsje op het hele terrein en stapt binnen waar ze maar wil. Links aan de kant van het terrein is een wasplaats en er staat vlakbij, voor de kamer die ook verhuurd zou kunnen worden nu een koepel-kindertentje, terwijl de kamer onder mij ook relax en speelkamer is. Koko’s leven ziet er aardig ongecompliceerd uit, wat voor extra kosten heeft hij? Het familiecomplex is al acht eeuwen oud, geen verwarmingskosten en er is altijd wel oppas hier.

Door zijn Instagram-account en de info van zijn moeder, kon ik zijn dag van gisteren exact volgen. Midden in de nacht ging hij met mijn Koreaanse buren de Mount Batur beklimmen voor de zonsopgang, daarna zat hij met Eiko te eten in de keuken van zijn moeder, in de middag is hij met hen naar een Luwak-koffieplantage gegaan en nog later in de middag een post van een bulderend lachende vriend van hem, een filmpje van Koko vanuit binnen in de auto gemaakt, terwijl Koko probeert om binnen te komen, kloppend tegen de ramen, maar hij heeft de  knopjes van de auto afgesloten zodat hij de auto niet in kon, simpele humor! De buren gaan vandaag aan yoga doen in Ubud en ik weet het nog niet, ik maak nooit grootse plannen.

Eerst maar een tweede kop koffie, zijn moeder komt net uit de familietempel.Er vliegen ook héél grote vlinders rond en later op de ochtend beginnen de eerste krekels te tjirpen...De moeder van Koko kwam glimlachend langs met een rieten mand met offerbakjes; ze was toch nog bezig met de ochtendrituelen. Ik kreeg koffie van de vader, nu in spijkerbroek en oranje polo-shirt: hij komt net terug van de ochtendmarkt in Payangan, om 7u. zei hij. Eiko is nu met haar moeder op de scooter weggereden. Ze stond voor bij het stuur, tussen haar armen,  met een zonnebrilletje op.