Vanavond was het Carmen, in de afgeladen openlucht van ongeveer 3000 stoelen. Zo druk was het eerder niet. Ik wist niet dat voor mij bekende melodieën uit Carmen komen. Bij één lied dacht ik : André Hazes moet dit gekend hebben, want ik hoorde er ‘De Vlieger’ in. Carmen werd fantastisch gespeeld en gezongen, heel geloofwaardig in deze moderne jas, maar José overtuigde mij niet: qua uiterlijk te oud en te dik, (ja, uiterlijk speelt wél een rol in theater, vind ik).
Dat de muziek almaar doorgaat, wordt ik daarom zo meegevoerd? Of is het de context die de doorslag geeft? Zoveel mensen verzameld in New York, met al die lichtjes in de wolkenkrabbers eromheen? Ik zal daar pas thuis achterkomen, als ik een opera op de tv ga bekijken. Dan moet het ook wel een uitvoering van de Met zijn, want waarschijnlijk speelt dat ook een rol: een hogere kwaliteit met daarbij de wijze hoe het is opgenomen in HD, is er waarschijnlijk niet. Ik heb al gezien dat je je kunt abonneren voor 142 dollar ofzo per jaar en dan heb je toegang tot al hun uitvoeringen. Wie weet?…
De aria’s die direct uit het hart gezongen worden, en je een worsteling mee kunt voelen, raken mij het meeste. En opnieuw heb ik te constateren, dat het gebruik van het woord ‘God’ in zo’n gezang, het geheel voor mij brengt bij een kern.
Battery Park ondergaat een metamorfose en gaat geheel onder de schop. Het is het park in de uiterste punt van Manhattan, het eerste stuk grond waar alle immigranten aan wal kwamen, nadat ze langs het Vrijheidsbeeld waren gevaren en op Ellis Island door de douane en gezondsheidscheck waren gekomen. Na 9/11 was het de plek waar overlevenden met de veerboot naar een veilige plek aan de overkant werden gebracht. Vorig jaar herinner ik mij dat het er prettig toeven was, zo dichtbij het water met de wolkenkrabbers van Manhattan achter mij. Het was er niet spectaculair mooi, maar dat hoeft ook niet. Ik zag wel al op internet dat het in de lente één groot tulpenveld was.
Nu zag ik dat er al een moestuin gerealiseerd is, en een avontuurlijke speeltuin tussen rotsen en bomen en nieuwe beplanting. Maar het wordt nog véél mooier achter de schuttingen, tot bij het water. Het gaat Battery the Beautiful heten. Opnieuw wordt het bekostigt door pariculiere giften.
Ik heb steeds het woord benevolent in mijn hoofd: In New York waait de geest van welwillendheid.
Ook Little Island, daar waar New York mijn hart stal, is bekostigt door één particulier met een gift van 260 miljoen dollar en bovenop de gift zit er nog een extra, zodat de eerste twintig jaar het onderhoud van het park gedekt is. Het duurde tien jaar aan strijd en regelgeving, eer het in kannen en kruiken was. Zo was de milieubeweging aanvankelijk tegen omdat het vis -en waterleven tussen de houten palen van de oude pier verwoest zou worden.
Wauw. Ik zat een groot deel van de tijd met een brok in de keel te luisteren en te kijken. Zó goed vorm gegeven met dansers, decor. Hoe de muziek en dat alles dus uitgezongen wordt, intensiveert en je zowat vanzelf op het puntje van je stoel gaat zitten. En dan speelt het verhaal van Malcolm X zich ook nog voor een deel in New York City af, in Harlem. Tijdens de opvoering was er een live-stream met het Apollo Theater, aldaar.
En dan de wijze waarop verteld wordt, dat Malcolm van een woedend gefrustreerd persoon transformeert naar iemand die gelooft dat iedereen gelijk is en het dus hoog, hoog tijd wordt dat er gelijke rechten komen voor zwarten en blanken.
Ik dacht onderwijl: deze opera wil ik in huis hebben. En deze dan met regelmaat bekijken en na afloop naar buiten lopen en in het donker tussen de bomen gaan staan, in het bos, in de stilte.
Ik loop een dag achter met de verslaglegging van deze geweldige tijd hier, in New York, omdat het internet op mijn verblijfplaats af en toe hapert. Dus nu het hier een beetje bijwerken: terwijl ik zit op de middelste bank van deze imposante ruimte: het oude Custom House, op de onderste punt van Manhattan, nu een Nationaal Museum, gratis te bezoeken.
Bij binnenkomst door de bewaking, mocht ik aanvankelijk niet naar binnen omdat ik een zakmes bij me had, en je kon het ook niet bij hen in bewaring geven. ‘Dus nu ben ik voor niks gekomen?’ zei ik teleurgesteld. Toen zei degene die je ook nog eens kan fouilleren, na het poortje: ‘ga nu naar buiten en verstop het gewoon, ergens in de buurt en kom dan terug!’. En nu ligt mijn zakmes ergens achter een van de enorme zuilen, als je de trappen opkomt. ‘Bedankt voor de tip!’, zei ik, hij lachte en nu ga ik er dus vanuit dat het er straks nog ligt.
Ik had al fotocollage’s gemaakt van mijn rondzwerfdag gisteren door de Lower East Side, maar dat laat ik nu maar even voor wat het is. Uiteindelijk toch wel op te zoeken in de ‘collageafdeling’. Wél dit filmpje: ik zat en lag heerlijk bij de rivier, bij ‘de schommels’, op Instagram een vaak terugkerend fenomeen. Ook nu leek iedereen er toerist, en ja, ik wilde ook wel even schommelen en dat heb ik ook gedaan, al liep ik er nu een beetje toevallig tegenaan, het was geen doel.
Elke keer ben ik weer verrast hoe gigantisch goed New York haar buitenruimte vorm geeft. Overal waar het mogelijk is zijn er zit -en ligbanken, omgeven met groen, bloemen en plantenbakken en is er de uitnodiging om van de uitzichten te genieten. Ik hing nu lekker als op een barkruk met mijn hoofd rustend op mijn armen aan de hoge tafel, en lag en schommelde en snoof de zilte geur op van de rivier. Het is zo duidelijk dat de zee er aan de einder ligt.
En toen, via Chinatown en een portie Peking-eend weer naar de overkant over de Brooklyn Bridge, voor de film. Op het midden weer een video gemaakt. De tijd ging sneller dan ik dacht, ik zag op de brug dat de film al was begonnen. Het maakte niet uit, de wandeling er naartoe was ook zeer aangenaam; door een kleine stukje oude buurt van Brooklyn Heighs, inééns weer helemaal rustig na al het verkeersgeluid van slierten auto’s, de krekels tjirpten. En na de film terwijl alles weer werd opgeruimd en het publiek al weg was, gewoon maar gekeken naar het Vrijheidsbeeld in de verte. Én weer even op internet, dat daar aanwezig was.
Zo. En nu ben ik wel weer genoeg uitgerust om de bovenverdieping van dit mooie museum te gaan bekijken. Daarover dus een volgende keer.
Het laat me niet los, dus dan toch maar een blogje. Eergisteren op het strand dacht ik in de buurt van een Russisch ouder stel mij neer te vleien, maar ze bleken Amerikaans. De vrouw hield op ruzietoon ongeveer een monoloog, waaruit ik wel kon opmaken dat het over de toestand van de wereld ging. Haar man stond er goedmoedig bij en bromde alleen af en toe iets. Goedkeurend of sussend? Ik hoorde de woorden war en Israël en toen de duidelijke exclamatie: ‘ Het zal wel altijd een mysterie blijven, waarom dit volk zoveel moet lijden!’. Het was mij niet duidelijk, of dit over de Palestijnen ging, of over Israëlieten.
De man zei niks en ging het water in. Ik ook. Daar bleken vier jonge vrouwen tot hun middel in de zee te staan, met hun kleren aan. In een kringetje, geheel op elkaar betrokken. Toen sprak de man ze ineens aan, hij bleek toch een stem te hebben: May I ask you a question? Are you Jewish? I never saw anything like this. Would you like to speak with me? Een van de vrouwen beaamde dit, maar draaide daarna meteen haar rug naar hem, terwijl de anderen haar vragend aankeken. Ik stond aan de andere kant en ze zei: He never saw people like us.
Het isolement van deze jonge vrouwen. Het is ze toch gelukt om met haar vieren naar het strand te gaan, ze hadden één grote plaid mee en handdoeken die ze om zich heen sloegen, om daarna met natte kleding op te breken.
Ik dacht aan de film Unorthodox. Een jonge vrouw ontvlucht New York City en gaat in Berlijn wonen. Maar ook daar wordt ze achtervolgt door mannen uit haar gemeenschap, die haar terug willen halen. Dat dit mogelijk is in deze stad vol verschillende culturen. Ik heb vorig jaar maar één keer een joodse moeder met kind zien wandelen op het strand en inderdaad, nog nooit zien zwemmen.
In India gingen vrouwen wel zwemmen, ook met al hun kleren aan. Dat zag er vrolijk uit en het gebeurde ook regelmatig. Er was daar geen badcultuur, ik had graag in bikini languit op het strand willen liggen, maar dat kon niet.
Hoe hou je dat vol, als jonge Joodse meid, al je verder iedereen om je heen ziet zonnen en zwemmen? Hun aanwezigheid had iets van een strakke militaire operatie. Zouden de mannen ervan weten? Als het stiekem was, hadden ze net zo goed op dat grote strand in badpak kunnen liggen.
Helaas…ook deze opera Death Man Walking, geproduceerd door Ivo van Hove, maar voor de helft gezien. Nog voor de eerste regendruppels vielen, maar het tussen de wolkenkrabbers weerlichte, na acte 1, werd de voorstelling stopgezet. Maar ik had weer genoeg gezien om onder de indruk te zijn.
Ik wil er nooit zo aan, dat mijn ‘kloostertijd’ zoals ik het ben gaan noemen, in de grond een voedingsbodem heeft, een perspectief dat anders is dan wat de ‘alledaagse werkelijkheid’ wordt genoemd…De christelijke woorden zijn maar een vorm, want ik herken wel iets van de strijd, de innerlijke dialoog, die zuster Helen met zichzelf voert… Zij gaat in het echt de man ontmoeten met wie ze al correspondeert en die een doodsvonnis heeft gekregen, voor het verkrachten en vermoorden van twee tieners.
Waarom doe je dat? Waarom wil je volhouden dat iedereen ‘een kind van God’ is? Waar begeef je je in?
Wat doe je als iemand vraagt om voor haar te bidden? Je zegt ‘ja’, dat deed ik een keer toen R. in het wijkcentrum dat vroeg omdat ik na mijn dienst naar het klooster zou gaan…maar, mijn god, je weet eigenlijk niet exact wát je dan doet…
Hoe irreëel is het, om een ‘monster’ bij te staan, vanuit het perspectief van de ouders van de omgebrachte kinderen. Waar was je? Waarom troost je ons niet? Ze zegt alleen : Het spijt me…Want er is ook geen logica. Het is heel sterk in beeld gebracht, die bijna onnozelheid van de non, die niks anders kan dan doen wat ze doet, en die nooit kinderen heeft gekregen. Wat weet ze van verlies en hechting?…
De opera en de eerdere gelijknamige film met Susan Sarandon als non en Sean Penn als de tot de dood veroordeelde, is gebaseerd op het boek van de echte zuster Helen.
Die film kende ik al als titel, nog voor ik het gezien had, want jongens uit een ander wijkcentrum vonden dat de beste film die ze ooit gezien hadden. Jongens die overigens ook weleens ‘op vakantie waren’; dan zaten ze dus in de gevangenis.
Ik loop Central Park in en maak dit groepje jazzy mannen mee, vorig jaar waren ze er ook, op dezelfde plaats. Zouden ze kunnen leven van hun optreden? Ik kan mij dat niet voorstellen. Het is een door de weekse dag.
Iets verder op The Mall , de brede wandelweg met beeldengroepen naar de Bethesda fontein, deze man, niemand staat erbij, alleen een vrouw leest naast hem.
De sfeer is anders dan vorig jaar Juni. Zo duidelijk zomers met stalletjes erlangs, ik neem nu de tijd om naar de beelden te kijken die The Mall ook flankeren, allen met uitgebreide historische omschrijvingen en achtergrond info wanneer het gemaakt is en door wie.
De onderdoor-passage naar de engel werkt als een klankkast, ver daarbuiten is de muziek ook te horen. Vorig jaar zat er een eenzame cellist, nu deze swingende mannen vol soul en gospel.
Heerlijk in de schaduw van oude bomen liggen. Héél in de verte af en toe het vaag gebrom van verkeer. Ik kwam voor Summerstage dat om 17.00 uur zou beginnen. Bij aankomst een heel kleine rij. Ik had geen idee wat ik kon verwachten.
Er waren drie optredens gepland en het bleek allengs groter en groter te worden. Het eerste optreden bleek om 18.00uur te beginnen. Men druppelt binnen, spreidt kleden uit en er wordt gegeten en gedronken, aan de rand kun je ook wat food en drinken kopen. Er wordt aangespoord om daarbij 1 euro extra te geven, om Summerstage, dat in parken in alle vijf wijken van NY wordt georganiseerd, gedragen door een non-profit organisatie en sponsors, free te houden, gratis dus. Als het kan, doneer dan ook 10 euro, vraagt een andere dia.
Een van de hoofdsponsoren is het drankje Liquid Death. Het ziet er vervaarlijk uit, maar het blijkt water en ijsthee te zijn, van een bedrijf dat een deel van de omzet aan milieudoelen geeft om plastic uit de oceanen te halen en de blikjes maakt van recyclebaar aluminium. Er wordt dus géén alcohol geschonken en ook roken is verboden. Ook dit was mij vorig jaar op de Gay Parades opgevallen: iedereen is helder, niemand beneveld door de alcohol. Het moet een deel zijn van de New Yorkse cultuur: er zijn zoveel festivals, elke dag, al die mensen moeten de volgende dag ook weer naar hun werk, dus om kwart voor tien was ook Summerstage voorbij.
Na dit eerste optreden lopen er mensen rond: of je nu wilt gaan staan, want het wordt drukker. En zo was het. Ik vond nog een zitplek op de hogere terrassen eromheen. Ik werd tot mijn verassing, meegenomen in de muziek van Snail Mail, sterke naam ook, terwijl ik de teksten helemaal niet kon verstaan.
Jackson Heights in Queens, met 180.000 inwoners en waar 167 (!) talen worden gesproken is de meest cultureel diverse buurt van New York, misschien wel van de hele wereld. Vorig jaar maakte ik er op de vierde dag dat ik hier was al kennis mee, omdat er een Gay-Parade was: Queens heeft een heel grote Latino-LGhbtq+gemeenschap, wat opmerkelijk is omdat in dezelfde buurt ook conservatieve katholieken leven en zeer streng orthodoxe islamieten, ik zag ook regelmatig burka’s. Diversity Plaza is het buurtplein.
In het Joodse Centrum is ook elke dag ontmoeting voor Gay-ouderen en dat is gemixt met ‘gewone’ ouderen. Er worden elke dag 80 maaltijden geserveerd, vertelde een vrouw mij vlak voor sluitingstijd.
Ik was er al eerder op de middag langs gekomen en een vrouw met een cowboyhoed op stond bij de ingang en wenkte: Welcome, welcome! Come in, please! Ik wimpelde het weg, oké!, zei ze lachend en ging ook weg, pas later bedacht ik dat het toch leuk is om wat meer te weten. Bovendien moest ik naar de wc en mijn waterflesje bijvullen, twee vliegen in één klap. Er zijn ook elke week bijeenkomsten voor alleen vrouwen of alleen mannen en er is een transgendergroep. Met een ID-kaart kon ik meteen meedoen en vrijwilliger worden. O, ja: dat was ik vergeten; door te zeggen dat ik uit Nederland kwam en daar ook actief was geweest én ook nog eens in een wijkcentrum had gewerkt, wordt niet duidelijk dat ik nu niet in NY woon…
Er is ook een grote eco-vriendelijke beweging die er voor gezorgd heeft dat de 34 ste straat nu geheel autovrij is. Jackson Heights heeft de grootste intact gebleven buurt met appartementencomplexen die in het begin van de vorige eeuw gebouwd zijn, bedoeld om de witte christelijke middenklasse hier naartoe te lokken, net op fijne reisafstand van Manhattan. Er zijn grote groene binnentuinen en een infrastructuur waar alles aanwezig is. Maar uiteindelijk kwam dus de hele wereld hier wonen: ook velen zonder papieren. In straten waar ook gewone twee verdiepingen huizen zijn, vorig jaar ging de Gay Parade daar ook doorheen, zie je aan kleine bordjes in het souterrain en de vele satelietschotels hoeveel mensen er wonen op een klein oppervlakte…
Aan weerzijden van het spoor van de metro , Roosevelt Avenue, is de sfeer Latijns-Amerikaans met Mexicaanse muziek en er zijn veel bars, ook voor homoseksuelen, en dan kom je op Diversity Plaza en daaromheen is de sfeer Indiaas en Aziatisch. Parallel aan Roosevelt Avenue is de 37ste straat, helemaal vol allerlei soorten winkels en straatverkopers op de stoep.
Er zijn kleine Paan-winkeltjes, de rode betelnoot waar het gewoon is om op te kauwen, ja dat zag ik overal in India, en de straat is bespikkeld omdat men het uitspuugt. Dat verdwijnt niet zomaar op het asfalt. Ik at er op de hoek van een bloembak mijn Indiase lunch, 4 dollar, mmmm, zó lekker, die bekende smaken!
De uitvinder van scrabble, heeft hier ook gewoond, Alfred Butts, hij was architect en hij heeft de Community United Methodist Church ontworpen. Scrabble werd hier voor het eerst in 1938 gespeeld. Een deel is nog steeds kerk, in het bijgebouw, misschien vroeger woonhuis?, is nu een soort naschoolse opvang, zo leek het; later op de middag was het leeg.
En toen was het ineens voorbij, door de regen…nog een heel poosje stonden mensen in de zijkanten overdekt te kijken, ‘we kunnen toch niet meer zitten, want alle stoelen zijn nat’, zei iemand, er kwamen bliksemschichten bij, er verscheen een afkondiging, iedereen riep collectief ‘aaaaah’… waar het grote ‘jammer’ doorheen klonk.
Ik was weer helemaal geboeid; het was prachtig vormgegeven met dansers en marionetten en de Spaanse tekst was heel goed; poëtisch en ‘diepgravend’, de sfeer was magisch realistisch. Over een beroemde zangeres, Florencia, die op een boot de Amazone opgaat om haar verloren geliefde te zoeken. Het is warm en drukkend weer en de natuur begint een eigen rol te spelen en mengt zich met de gevoelens van de passagiers. In zekere zin paste het wel, dat het begon te regenen; ook het publiek moest ineens de elementen trotseren.
Dit stukje heb ik nog gezien; het is hier de generale repetitie.
Zou ze haar geliefde en zichzelf weer vinden? …
Dit fragment heb ik niet gezien, het geeft voor mij geen uitsluitsel:
Ik heb nog nooit een opera in het geheel bekeken of bijgewoond. Te duur om het live mee te maken en ik kon het geduld niet opbrengen om op YouTube meer dan twee uur te gaan kijken. Maar nu is het anders. Het Lincoln Center heeft nu tien dagen lang een Summer HD festival : producties die het afgelopen jaar door het Metropolitan Opera zijn uitgevoerd worden er vertoond, er staan 2500 stoelen. Aanvankelijk zat ik op een steen erbuiten, want ik moest nog wat picknickend eten. Alle stenen om mij heen waren bezet.
Het zal wel de zwoele zomeravond zijn, en gezamenlijk kijken met zoveel mensen; ik vond het nu adembenemend. Het was ondertiteld en dan maak je dus een verhaal op muziek mee, waar de emoties dichterbij je komen dan wanneer je een boek leest. Het was Nabucco van Verdi en sommige melodieën kende ik al wel. Zoals het lied van de Hebreeuwse slaven, gevangen door Babylon. Eerlijk gezegd maakte het altijd een beetje een opgeblazen indruk op mij, zoals ‘opera’ in het algemeen, zoveel bombast, dacht ik altijd. Maar nu voelde ik hoe actueel en bij de tijd het ook is: een volk dat lijdt en verlangt naar bevrijding…
Tot mijn verassing zie ik op YouTube een uitvoering in exact hetzelfde decor als wat ik gezien heb, maar dan in een uitvoering van 22 jaar geleden. Kennelijk is het een klassieker in hun repertoire. Dat verklaard ook, dat het daarom zo perfect is opgenomen, met de juiste close-ups en dan weer uitgezoomd. Wat ik hoorde was intenser en levendiger gezongen, maar voor de herinnering is deze wel oké.
Vorig jaar kwam ik elke dag orthodoxe Joden tegen, nu nauwelijks, al is er aan de overkant van Church Avenue wel een Joods centrum. Daartegenover een kleurrijke muurschildering en een vrouw bleek geduldig te staan wachten, terwijl ik de stoep in beslag nam om er een foto van te maken. Ergens hing de Amerikaanse vlag uit: de Democratische Partij heeft met veel vaart zich een nieuw patriotisme eigen gemaakt, wat tevoren hoorde bij de Republikeinen. Dat dit huis democratisch van aard is, zie ik aan de Lghbt-vlag in het raam. En dan loopt er weer eens een wit mens, zó groot in verhouding met zoveel andere nationaliteiten, waaronder de mijne.
De weg naar de Q-lijn, vorig jaar was dat mijn lijn naar Manhattan en het strand, is groen, met veel bomen en goed onderhouden tuinen. De F-lijn, die nu mijn belangrijkste train is, heeft in het weekend
werkzaamheden, richting Coney Island. Auto’s mogen in de stad maar 25 mile per uur rijden.
Op het strand bij Brighton Beach hebben in de ochtend de dikkere dames, Russische of Oekraïens, de overhand. De laagte van hun taal vormt een prettig achtergrondgeluid, zo heel anders dan het Spaans-Latijns- Amerikaans met veel klanksoorten, klaterend en veel dominanter aanwezig.
Er was ook nog een Oekraïnse samenkomst. Er werd gezongen, kinderen dansten, het volkslied met de hand op het hart, veel omstanders zongen mee met geborduurde blouses in kruistekens. Het rood in de vlag wijst sinds de Russische inval op het bloed dat vergoten is, in de zwarte aarde. Het blijkt onafhankelijkheidsdag te zijn, lees ik via de Nederlandse berichtgeving, voor de 33e keer gevierd.
Ook de Amerikaanse vlag wappert en er is ook een vlag die diagonaal beide landen vertegenwoordigt. Dit is mij eerder opgevallen, deze variatie: zowel op Dominican Day, als op de Gay Parade, enzovoort. Kennelijk heel gewoon om daarmee te zeggen: ik ben Amerikaan én…
Zou dit in Nederland kunnen? Ik ken alleen de omgekeerde Nederlandse vlag. Ik herinner mij dat ik bij mijn eindexamen mijn schooltas naar buiten wilde hangen en daartoe het blauw van de Nederlandse vlag voor de helft wilde weg knippen, daarmee zeggend dat ik mij half Nederlands en half Indonesisch voelde: de Indonesische vlag is rood-wit. Maar nee, dat kon niet, dat was toch een soort van heiligschennis. Hier is er een industrie, die al die varianten van vlaggen ook maakt. En iedereen kan meewapperen voor een dagje ofzo, met welke vlag dan ook. Ook nu zag ik iemand Oekraïense vlaggetjes uitdelen.
Ik had voor de Picnic Performance lekkere dingen gehaald bij het Russisch buffet in Brighton Beach. Lekker proeven en tegelijk luisteren naar Tosca, uitgevoerd met alleen een piano als begeleiding door New York City Opera. Ik begreep er verder niks van, maar het drama kwam toch binnen door de ijzersterke zang.
Er was één pauze, gauw wat foto’s van de mensen direct om mij heen. Twee vrouwen met fietshelmen, een man met een glas witte wijn, een vrouw die haar nagels aan het vijlen was…Zó apart blijft het voor mij; al die verschillende soorten van mensen, die elk hun eigen universum meenemen. Er vlogen ook vleermuizen rond.
Daarna rondgehangen en op zoek gegaan naar het beeld van Gertrude Stein, waarvan het origineel in het Whitney Museum is. Zij was ook een fan van New York.
Tijd om op het strand bij te komen van alles. Maar in de avond naar Picnic Performances. Een Mexicaan, vertelt met musical-achtige liedjes over de immigranten-ervaring, de band komt uit Latijns-Amerika; Columbia, Peru, Mexico; Jaime Lozano and The Familia. Er wordt in het Engels en Spaans gezongen, het publiek aangesproken met: wij weten allemaal hoe het is om…op verschillende plekken tegelijk te leven/ heimwee te hebben naar geuren en smaak/ te dromen dat we ons leven verbeteren…enzovoort.
Ik maakte te laat een video-fragmentje, nadat ik tijdens dit liedje wel een brokje in mijn keel kreeg.
Er werd ook gedanst, her en der, en op het einde is de conclusie dat er méér is dat bindt, dan wat scheidt. En toch klonk het nergens klef.
Een zwoele zomeravond, De twee grote mannen voor mij, bleken Nederlanders. Wandelend in Midtown Manhattan passeerden er ook een keer twee grote vrouwen, die ook nog eens door rood liepen. Niemand doet dat, wanneer het druk is.(In mijn buurt, waar het rustig is en er vaak geen auto te bekennen is, gebeurt dat wél.) Daardoor loopt alles smooth, autogetoeter is ook verboden: ofwel alle auto’s rijden en de voetgangers staan bij alle kruisingen stil. Ofwel alle auto’s staan stil, tot in de horizon zie je dan de rode verkeerslichten, en de mensen steken over. Ik word hier bijna nooit ingehaald; het wandeltempo is hier lager dan in Nederland. En ja, die vrouwen bleken ook Nederlanders…Ik passeerde ze weer, want ze waren de weg kwijt en gaven elkaar daarvan de schuld, in de mij bekende taal.
Een kringloopwinkel die Housing Works Bookstore heet, met een goed doel; spullen en kleding voor Nederlandse begrippen ongewoon duur. Het project heeft onder New Yorkers wel faam.
Onverwacht voor mij, bleek de winkel in het SoHo district te staan; een wijk waar de gevels ooit zijn opgepimpt met Cast-Iron: al die klassiekerige gevels lijken van steen, maar het is geverfd ijzer.
Ik liep tegen het Chinees-Amerikaanse museum aan; over de geschiedenis van de Chinezen in Amerika. Op de oude foto’s zag ik dezelfde soort mensen als in de oude fotoalbums van mijn ouders, die grotendeels op het vuilnis zijn gegaan…Ik heb toch ook dezelfde boodschap meegekregen van mijn ouders: je bent in een land om er vooruit te komen, als je goed je best doet, lukt dat. Het grootste verschil is dat dit tamelijk in isolement is gebeurd. De vrienden van mijn ouders gingen terug naar Indonesië na hun studietijd en ik mocht mij aanvankelijk niet met Nederlanders identificeren.En dan was er, naast de wrok over het koloniale bewind, de mengeling met Indonesische gebruiken en Indonesisch nationalisme. De Chinezen hier hadden en hebben een levende gemeenschap om hen heen.
Leuk om te zien dat deze heel wat intelligente, bekende vrouwen heeft voortgebracht en even te beseffen dat ook de regisseur Ang Lee en cellist Yo Yo Ma hieruit voortkomen. Chinatown in Manhattan was bijna opgehouden te bestaan na 9/11. De as, het puin, de giftige stoffen; men moest verkassen. Ik wist al dat door COVID de infrastructuur óók is aangetast omdat er geen goederen uit China in Amerika konden komen. Maar men is nu definitief uit het dal weer omhoog gekrabbeld.
Misschien voel ik mij ook wel zo in NewYork thuis, door elementen van het immigranten-verhaal die ik ook met de paplepel heb binnengekregen.
Ik liep langs het imposante gerechtshof met een monument rondom het slavernijverleden.
En over de Brooklyn Bridge naar Brooklyn. In de punt op pier 1 zag ik al het filmscherm voor de avond en de ronde aanbouw van de mooie entree die Brooklyn Bridge Park gaat krijgen. Dit park is nog ontwikkeling, maar heeft nu al 400 (!) gratis activiteiten, waaronder kayakken, een sporthal op pier 2, culturele feesten van de Hindu, leerde ik in de voorfilm van de filmavond, waar mensen ook werden opgeroepen om vrijwilliger te worden of iets te doneren. Het lijkt wel één groot openlucht wijkcentrum!
Ik dacht eraan dat drie kwart van alle voorzieningen worden betaald door de allerrijksten van NewYork, omdat de inkomstenbelasting voor iedereen gelijk is: een ieder betaalt hetzelfde percentage van haar inkomen. Al die beroemdheden en filmsterren die hier ook wonen brengt dus véél geld in het laatje.
En toen kwam ik in de historische wijk van Brooklyn Heights. Mooie huizen, oude bomen en een promenade over de hele lengte van de rivier.
Lekker languit op een bankje lezen in een net gekocht boek, met uitzicht door de spijlen op het Vrijheidsbeeld.
Waar ik s’avonds weer zicht op had, tijdens The American President, een fijne romantische film, waar het in 1995 al gaat over een vrouw die tegen de fossiele brandstoffen is.
Tja…en dan zo’n dag besluiten met zo’n uitzicht ná de film…
Dit was wél ook een ‘sentimental journey’; ofwel de plek waar ik bewust naar terug wilde keren. The Glade’, het amfitheater in het gras op Little Island. Want vorig jaar tijdens een optreden dacht ik : Nu weet ik het zeker, ik ben verliefd op New York, mijn hart is gestolen.
Wat een stad! Dat zo’n prachtig park gerealiseerd wordt, en dat er dan gratis optredens zijn, zó aan het water.
In Bryant Park maakte ik onverwacht nog een boekengesprek mee met drie auteurs over hun laatste boek. Gepland om 13.00uur, dat lijkt ingegeven dat mensen dat dan tijdens hun lunchpauze kunnen bijwonen. Wat een stad! Ook door de mensen erin, die er onstspannen hun gang gaan, met grote tolerantie voor elkaar. In de metro stapte een jongen in met keiharde muziek uit zijn lichtgevende gettoblaster, niemand kijkt verstoord. Op het strand viel mij op dat mensen gewoon gaan verplaatsen, als anderen te dichtbij in de buurt komen. Eén keer hoorde ik een gesprekje: een jonge familie kwam erbij, met parasollen, schepjes en emmers. We hebben wel wat ruimte nodig…Geen punt hoor, was de reactie, de jonge vrouw pakte haar boeltje op en ging verderop liggen.
Tegenover mij ging een Chinees zitten die familie had kunnen zijn. Ik zag in zijn gezicht mijn beide opa’s en mijn moeder. Van dit soort Chinezen stam ik dus af, dacht ik. Het leek alsof zijn blik af en toe ook op mij rustte.
Van het bloemrijke Bryant Park, naar Central Park; The Wollman Rink, de ijsbaan die in veel films voorkomt, romantisch tussen de bomen. In de zomer kun je er een soort van tennis spelen.
Maar ik lag er te zonnen en te lezen in het gras op de Sheep Meadow. Te bedenken dat dit in de zeventiger jaren van de vorige eeuw een stoffige zandvlakte was. Ik zag op Instagram op een account waar aan New Yorkers wordt gevraagd: op welke plek kom je het minst graag?, een jonge zwarte man antwoorden: Central Park! Want daar is ooit de oorspronkelijke eerste enclave van vrij zwarten verdreven, ze moesten plaats maken. Ook dit is waar. Maar tja: kun je zo’n achtertuin een leven lang negeren, als je er woont?… In het verleden blijven kijken heeft niet zoveel zin.
Zij, Arooj Aftab, had net een tour afgesloten in Europa. Ze begon te vertellen dat zij in de noord-Europese landen zoals Nederland en Zweden was geweest. Daar zat publiek dat haar de hele tijd aanstaarde, onbewogen, je kon geen emoties zien, ze zaten allemaal stil met hun lichaam. Een gekke ervaring, ze was blij weer thuis te zijn in New York City. Zij heeft een Pakistaanse afkomst en zoekt in haar muziek naar de global soul. Later vertelde ze dat ze in elk land dat ze was, grapjes maakte over het land waar ze net was geweest. Ze ontdekte dat iedereen dat heel leuk vond. ‘Zouden ze allemaal eigenlijk stiekem een hekel hebben aan elkaar?’, vroeg ze zich af. Tja, zo plaagde ze iedereen, en nu weer thuis in NYC, ging het dus uiteindelijk over heel Europa. Maar ze had er wél een geweldige tijd gehad, hoor!
Ik zag er mijn eigen waarneming bevestigd, dat mensen in New York opener en toegankelijker meeleven bij films en optredens; er hangt een soort van algemeen ‘wij-gevoel’; ook dat heeft mijn hart gestolen. Ik kan mij herinneren dat ik vorig jaar, al in mijn eerste rit in de metro, mij meteen op mijn gemak voelde, hier in New York.
Het internet doet het niet op mijn verblijfplaats. Dus dan maar naar ‘huiskamer’ Bryant Park. Ik hou het kort. Ik was op Roosevelt Island, een langwerpig eiland in de East River dat lang heeft gefunctioneerd als gevangenis en opvang voor psychische patiënten.
Er hangt nog steeds een opvangsfeer: voor katten en nijlganzen en er is een kliniek voor herstel. Aan de kade zitten mensen in rolstoelen. Dat de nijlganzen zich er op hun gemak voelden, viel mij meteen bij aankomst op. Ze grazen in het gras en zwemmen rond als in een sloot. Ik heb om het eiland gewandeld: de niet-Manhattan kant is helemaal stil, alsof je helemaal niet in New York bent, je hoort er geen verkeer.
Op één plek kon je zó dwars door de grid van Manhattan kijken naar de Hudson aan de andere kant.
Lekker languit liggen op een houten ligstoel.
Nooit verwacht om dit mee te maken in NY: in het lange gras liggen tussen de halmen met skyline.
Ik kreeg twee gratis pizza’s, er was iets van een afsluiting op de moderne technische campus, ze hadden over, ik wandelde op het juiste moment er langs.
Terug naar Manhattan met de kabelbaan.Wát een uitzichten!
Op de uiterste punt; een vuurtorentje met kunstwerk. (Plaatje weer samengesteld, wachtend in de rij voor de wc in Bryant Park. Een ‘restaurant-waardige’: mooi betegeld, orchideeën bij de wasbak, geparfumeerd, schilderijen.)