Dit was wél ook een ‘sentimental journey’; ofwel de plek waar ik bewust naar terug wilde keren. The Glade’, het amfitheater in het gras op Little Island. Want vorig jaar tijdens een optreden dacht ik : Nu weet ik het zeker, ik ben verliefd op New York, mijn hart is gestolen.
Wat een stad! Dat zo’n prachtig park gerealiseerd wordt, en dat er dan gratis optredens zijn, zó aan het water.
In Bryant Park maakte ik onverwacht nog een boekengesprek mee met drie auteurs over hun laatste boek. Gepland om 13.00uur, dat lijkt ingegeven dat mensen dat dan tijdens hun lunchpauze kunnen bijwonen. Wat een stad! Ook door de mensen erin, die er onstspannen hun gang gaan, met grote tolerantie voor elkaar. In de metro stapte een jongen in met keiharde muziek uit zijn lichtgevende gettoblaster, niemand kijkt verstoord. Op het strand viel mij op dat mensen gewoon gaan verplaatsen, als anderen te dichtbij in de buurt komen. Eén keer hoorde ik een gesprekje: een jonge familie kwam erbij, met parasollen, schepjes en emmers. We hebben wel wat ruimte nodig…Geen punt hoor, was de reactie, de jonge vrouw pakte haar boeltje op en ging verderop liggen.
Tegenover mij ging een Chinees zitten die familie had kunnen zijn. Ik zag in zijn gezicht mijn beide opa’s en mijn moeder. Van dit soort Chinezen stam ik dus af, dacht ik. Het leek alsof zijn blik af en toe ook op mij rustte.
Van het bloemrijke Bryant Park, naar Central Park; The Wollman Rink, de ijsbaan die in veel films voorkomt, romantisch tussen de bomen. In de zomer kun je er een soort van tennis spelen.
Maar ik lag er te zonnen en te lezen in het gras op de Sheep Meadow. Te bedenken dat dit in de zeventiger jaren van de vorige eeuw een stoffige zandvlakte was. Ik zag op Instagram op een account waar aan New Yorkers wordt gevraagd: op welke plek kom je het minst graag?, een jonge zwarte man antwoorden: Central Park! Want daar is ooit de oorspronkelijke eerste enclave van vrij zwarten verdreven, ze moesten plaats maken. Ook dit is waar. Maar tja: kun je zo’n achtertuin een leven lang negeren, als je er woont?… In het verleden blijven kijken heeft niet zoveel zin.
Zij, Arooj Aftab, had net een tour afgesloten in Europa. Ze begon te vertellen dat zij in de noord-Europese landen zoals Nederland en Zweden was geweest. Daar zat publiek dat haar de hele tijd aanstaarde, onbewogen, je kon geen emoties zien, ze zaten allemaal stil met hun lichaam. Een gekke ervaring, ze was blij weer thuis te zijn in New York City. Zij heeft een Pakistaanse afkomst en zoekt in haar muziek naar de global soul. Later vertelde ze dat ze in elk land dat ze was, grapjes maakte over het land waar ze net was geweest. Ze ontdekte dat iedereen dat heel leuk vond. ‘Zouden ze allemaal eigenlijk stiekem een hekel hebben aan elkaar?’, vroeg ze zich af. Tja, zo plaagde ze iedereen, en nu weer thuis in NYC, ging het dus uiteindelijk over heel Europa. Maar ze had er wél een geweldige tijd gehad, hoor!
Ik zag er mijn eigen waarneming bevestigd, dat mensen in New York opener en toegankelijker meeleven bij films en optredens; er hangt een soort van algemeen ‘wij-gevoel’; ook dat heeft mijn hart gestolen. Ik kan mij herinneren dat ik vorig jaar, al in mijn eerste rit in de metro, mij meteen op mijn gemak voelde, hier in New York.