Gisteren kwam ik Manhattan binnen, zoals ik dat vorig jaar van plan was: over de Brooklyn Bridge. O!, de allure en grootsheid ervan en dan links in de verte het Vrijheidsbeeld en rechts op een gebouw de herrinering bewaard dat New York, allereerst een stad van emigranten is. En dat is te zien, waar je ook kijkt: zoveel nationaliteiten, alle voorouders op zoek naar een beter leven en die hopen te vinden in de open stad, die NY is.
Vanochtend in de New York Times een artikel dat er in een leegstaand flatgebouw bij een woonwijk, het is niet ver vanwaar ik nu verblijf, daar 4000 immigranten komen te wonen, Er begint werkelijke overlast te ontstaan: overal rommel en ook geweldsdelicten tussen de nieuwkomers onderling. Hoe hiermee om te gaan? De burgemeester zet het plan toch door, want geef dan een andere oplossing, hoe een ieder onderdak te geven? Het hoort bij het DNA van New York om dit te doen. Ook de inwoners van de buurt beamen dit. Eentje zegt: ik kan mij nu zó verscheurd voelen. Ik weet dat elk van hen op zoek is naar een beter leven, zoals we dat allemaal nastreven, maar waarom 4000!, als het er nou 400 waren…En wat als het leefklimaat langzaam geheel aftakelt? Daar is niemand mee geholpen. De burgemeester vraagt tóch om flexibiliteit met de hoop dat het uiteindelijk in balans zal komen.
Zo’n toon en gedachtenwisseling: in Nederland en Europa ondenkbaar.
Ik zocht dus naar Summer Streets: van Downtown tot Central Park moet er een doorgaande lijn zijn, die de komende drie Zaterdagen in Augustus autovrij is, en het zou bij de Brooklyn Bridge beginnen. Op de brug zag ik al dat het verkeer werd omgeleid, op een bankje in het park bij City Hall zag ik een meisje met een oranje T-shirt met ‘Summer Streets’ daarop voorbij wandelen. Oranje lijkt de nieuwe kleur van de degene die officieel de boel in goede banen leiden: ook op het strand is de kustwacht nu in oranje.
Ja, ik zag wel lege straten, maar het zette niet door. Op mijn vraag waar het begin was, wist de politie van helemaal niks, de vrouw achter de balie in de bibliotheek kende het fenomeen ook niet, maar wist wel dat je nu ergens vrij kon fietsen. Ze zocht het op internet op, maar die was ook niet specifiek genoeg en dat was hetzelfde antwoord als een andere veiligheidsbeambte mij had gegeven, die ook op zijn mobiel had gekeken. Ja, de start bij Brooklyn Bridge, maar waar? Mijn Nederlandse gevoel van proportie, werkt hier niet. Als er zo’n gebeurtenis zou zijn in een Nederlandse stad, dan zouden de ‘beambten’ er van weten. Maar NY is zó groot en er gebeuren zoveel happenings tegelijk; je moet kennelijk toch een beetje bij een bepaalde bubbel horen, om te weten wáár precies dan.
Nog een beetje later vertelde ik mijn plan aan een gastvrouw in een galerie, die uit Jamaica kwam, maar in NY geboren is. Een groot deel van mijn familie woont er en binnenkort ga ik er weer naartoe, zei ze.
Opnieuw is dat voor mij de kick van New York: iedereen komt ergens vandaan en is tegelijkertijd New Yorker. Zij kende ‘Summerstreets’ wél, en tipte mij om in Little Italy te beginnen.
Ik was terecht gekomen in één van de grootste galeries van Amerika, met dependances in meerdere steden. Naast nieuw modern werk, hadden ze ook Rembrandt, Chagall, Renoir en nu was er een reizende tentoonstelling waar Salvador Dali, de tocht van Dante door hel, vagevuur naar de hemel heeft verbeeld. Het vagevuur, de tussenruimte vind ik toch het interessants en op een ets van Goya zag ik die sfeer ook.
(Wordt vervolgd)