woensdag 7 augustus 2024

Queen of the City




‘Het mooie van New York is, dat het elke keer opnieuw verschijnt’
Deze zin komt in mij op, maar wat zeg ik ermee? Ik bedoel dat er een voortdurend stroom is van verandering en beweging, waar je ook kijkt en wandelt. Tijdslagen van de laatste eeuwen zijn zichtbaar en alles wat modern is, van elkaar verschilt en culturen van de hele wereld sijpelen daar doorheen.
Zo’n vrouw in de metro, die trots haar T-shirt ‘Queen of the City’ draagt…klein, dik, behangen met ‘gouden’ en ‘zilveren’ kettingen tot aan haar enkels…Zoals de metro soms heel oud en soms recent is, en er dan ineens mooie mozaïek is ; deze stad is als een bewegend mozaïek.


En je voelt de veerkracht, de inventiviteit van haar inwoners. Gebouwen worden gesloopt en er verrijzen nieuwe, en er is altijd een kans om het mooier te maken, te verbeteren. Zoals deze tuin die in een hoek tussen alle straten, gerund door vrijwilligers een oase is van rust, waar orchideeën bloeien in de kas en allerlei planten gekoesterd worden.


Het bevindt zich op de hoek waar Christopher Street begint: de straat die de enige is in NY die ik al zo lang bij naam ken, omdat in die kleine kroeg de Lhbtq+ beweging als het ware begonnen is, The Stonewall Inn. Vorig jaar bezocht, als naar een bedevaartplaats; dit jaar ook oog voor de omgeving. Dat het maar een onooglijk klein gebouwtje is, het waren vroeger paardenstallen, lees ik nu, je ziet het nog aan de ingangen: twee staldeuren. Het kleine parkje ertegenover met de witte beeldengroepen verdwijnen bijna in het niks, omdat er later een hoge woontoren naast verrezen is.


In een zijstraat van Christopher Street, bij Waverly Street, liggen tegenover elkaar ook twee panden, geladen met historie. Op de ene hoek, rechts de eerste homokroeg: JULIUS.  Ik lees nu dat het hele uitgaansleven voor homo’s en lesbiennes (meer soorten had je vroeger niet) aanvankelijk noodgedwongen een louche sfeer had: Alleen de maffia wilde geld steken in de exploitatie ervan, dat deed het normale zakenleven niet.
Op de andere hoek de boekhandel Tree Lives, zo genoemd naar de drie vrouwelijke oprichters. Het fungeert als de huiskamer van Greenwich Village. Er liepen minstens drie stafmedewerkers rond en zeker wel tien klanten en ik hoorde een gesprekje of de staf wist of Oliver Sacks hier ook kwam en een vrouw uit Los Angeles zei: ‘I love these conversations about books!’ Door de zorgvuldigheid en kleinschaligheid met handgeschreven kaartjes met een gekleurd tekeningetje erop,  ging ik ook als vanzelf elk boek bekijken en de kaften lezen bij een klein houten tafeltje. Er stond bij dat dit de tien favoriete boeken van de staf waren, die zich in NY afspeelden. Eentje had ik ook zelf al gevonden in Barnes &Nobles, een dikke roman, en had deze bijna gekocht. Misschien komt het er nog van en geeft deze aanrader de doorslag. 


Het belang van een goede boekhandel, ook op een kleine plek, was deze dagen helemaal in mijn bewustzijn omdat vriendin W. de prijs heeft gewonnen van de beste boekhandel van het jaar in Nieuw Zeeland in Lake Tekapo. Ik vind het geweldig hoe al haar talenten nu tot hun recht zijn gekomen! Ik schreef haar dat zij toch maar mooi koningin is in haar eigen koninkrijk en zij schreef in alle nuchterheid terug: nou, soms voelt het als een rat die de tredmolen gaande moet houden. Dat is ook gelaagdheid van de werkelijkheid en waarschijnlijk het begin van alle literatuur.


Door mijn boek The Intimate City dat ik bij me had en dat ik opsloeg in het kleine ‘Stonewall-parkje’, werd ik getipt om ook op Christopher Street nummer 15 te kijken. In eerdere tijden ook een kleine boekhandel, The Oscar Wilde Memorial Shop, destijds het tweede huis van veel gay’s, toen het nog gevaarlijk was, om zó te zijn. Er zijn anekdotes van mensen die urenlang op en neer drentelden, alvorens naar binnen te durven. Véél beroemdheden gaven er lezingen; Tennessee Williams, Harvey Fierstein, Rita Mae Brown, Janis Ian, Christopher Isherwood, Alison Bechdel.
Sinds enige jaren is het nu een winkeltje waar men kaarten en leuk papier en Snoopy-mokken verkoopt.
Leuk om er rond te snuffelen, tegelijk denkend aan al die diepe gesprekken en gedachtenwisselingen die er ooit plaats hebben gevonden.
Toen ik weer buiten stond, begon de lucht weer te betrekken, er zou weer regen gaan vallen.


Voor de tweede keer; ik kwam van Coney Island. Het ene moment lig je te drijven in de koele zee en dan moet je als een gek je boeltje bij elkaar rapen: van windstille warmte naar kletterende regen.


In de nú papierwinkel, klonk Come to my Window, heel toepasselijk. Ik ken haar eigenlijk niet in haar jonge jaren, pas in Coronatijd werd ze een bekende,  omdat  ze elke week een mini-concertje gaf in haar, daartoe verbouwde garage; ook die zag ik door de weken heen ontstaan en mooier worden, ze begon in haar huiskamer. Net zoals zovelen toen, is ze met haar vrouw gaan klussen. Ze verloor in die tijd een zoon, door een overdosis, was een paar weken niet aanwezig en verscheen toen weer.