Dit was bij het Central Park; zie de maan schijnt door de bomen.
Bij Lincoln Center, iets eerder, scheen zij nog helderder. Voor het eerst begrijp ik de term Blue Moon.
Ik ontdekte dat, naast de klaterende fontein, er op datzelfde binnenterrein waar alle gebouwen van Lincoln Center omheen staan, er ook een stil water is, met heel veel zitplekken, tot en met op een groen driehoekig gras, dat boven het water uittorent.
Ik zat op de lange bank, keek omhoog en achter me…en zag twee lieve jongens.
Weer zó goed vormgegeven: dat water; spiegels voor de ziel, zoals alles wat er gebeurt in de gebouwen: Theater, Ballet, De Opera, Het Orkest hebben hier hun thuis. Je kunt er gaan zitten, flaneren, over het leven reflecteren. Of er heel andere dingen doen. Dit is wat ik zo geweldig vind in NY: het grootse en imposante zit tjokvol hele gewone menselijke taferelen, een ieder doet er haar eigen ding. Ik kijk er altijd mijn ogen uit.
Het deuntje dat de trompettist speelde, daar ga ik van harte in mee.