Ochtendzonlicht onder het metrospoor in Brighton Beach.
Hoe het spoor beschutting geeft en de sfeer meebepaalt van de winkels erlangs; je ziet op meerdere plekken in New York dat dit zo gedaan is. Altijd de ratelende treinen boven je, die komen en gaan, terwijl het het op de straten ook gewoon doorgaat. Het roept de verte op, maar óók nabijheid.
Die treinen, die ook eindeloos lang zijn: zo lang als het gehele perron waarvoor zij stoppen. Je hoeft dus nooit te lopen, als je er eenmaal bent. Een deur opent zich automatisch voor je en er is vrijwel altijd wel plaats. Ik heb het pas twee keer meegemaakt dat ik een aantal haltes moest staan en dat was tijdens de avondspits in Midden en Lower Manhattan.
Als ik op de activiteitkalender van New York had gekeken, had ik geweten dat er twee Parades waren; eentje om de onafhankelijkheidsdag van Mexico te vieren op 6 Avenue, waar ik nu al meerdere parades heb meegemaakt, en een ander in Harlem: The African- American Parade. Zó gepland dat je naar beide kunt gaan. Maar ik had niet gekeken, want volgens de weersvoorspelling was het ook waarschijnlijk de laatste stranddag, en de ervaringen van de dag ervoor noopten tot verwerking, even ‘niks’. Ik vroeg mij in de namiddag wel af, welke vlag dat toch was, die ik her en der rond zag slingeren; dat was dus de Mexicaanse vlag, van mensen die dus terug waren gekomen van de parade.
Zó wil je dat het altijd zal voelen; als in een bloemenwinkel vol geurende planten, waar je ook bent.